Van alles wat

                                          opruimen 
Ik ruim op. 
Hij ruimt zijn kamer op
Zij ruimt de keuken op
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

                                          opruimen 
Ik ruim op. 
Hij ruimt zijn kamer op
Zij ruimt de keuken op

Slide 1 - Slide

schoonmaken
ik maak de kamer schoon
Hij  maakt de keuken schoon
Wij maken de school schoon

Slide 2 - Slide

opstaan
Ik sta op                  Ik sta om 7.00 uur op                      
hij staat op            Hij staat om 8.00 uur op
wij staan op           Wij staan om half acht op

Slide 3 - Slide

Schrijf 7 zinnen in je schrift
wonen -woon               
kopen -koop
verhuizen- verhuis
zitten - zit
lopen - loop
opruimen - ruim op
schoonmaken  -maak schoon

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Voorzetsels

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

lees de zinnen, weet je alle woorden?
Ik kijk naar een film in de bioscoop
De mensen gaan vrijdag naar de moskee
Zij gaan op zondag naar de kerk
Wij kopen een boek bij de boekhandel
Wij lenen een boek bij de bibliotheek
Ik eet in het restaurant
Wij gaan een nachtje slapen in een hotel

Slide 8 - Slide

de boot vaart ...
de brug
A
in
B
op
C
naast
D
onder

Slide 9 - Quiz

het kind zit ...de doos
A
op
B
boven
C
in
D
achter

Slide 10 - Quiz

ik ga........
de deur naar binnen
A
op
B
onder
C
in
D
door

Slide 11 - Quiz


A
het café
B
de markt
C
de bibliotheek
D
het restaurant

Slide 12 - Quiz


A
de slager
B
de bakker
C
de markt
D
de snackbar

Slide 13 - Quiz


A
de bakker
B
de snackbar
C
de bibliotheek
D
de slager

Slide 14 - Quiz

de lampen hangen . .
de tafel
A
naast
B
op
C
boven
D
achter

Slide 15 - Quiz


A
de man opstaan
B
de man opstaat
C
de man staan op
D
de man staat op

Slide 16 - Quiz


A
de bakker
B
de snackbar
C
de bibliotheek
D
de slager

Slide 17 - Quiz


A
de kerk
B
de markt
C
de moskee
D
het hotel

Slide 18 - Quiz


A
de disco
B
de bioscoop
C
het hotel
D
het café

Slide 19 - Quiz

hotel    boekhandel   kerk  moskee   bioscoop  hotel 
restaurant
  1. Ik koop boeken bij de .................................
  2. Ik kijk een film in de ...................................
  3. Vrijdag gaat hij  naar de .............................
  4. Zondag gaan zij naar de ................ ....
  5. Wij eten in het ........................................
  6. wij slapen een nachtje in een .................................

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Drag question

Wat voor winkel is dit?
een supermarkt
een groentewinkel
een bakker

Slide 22 - Drag question

Wat koop je bij deze winkel?
Je koopt hier brood.
Je koopt hier groente en fruit.
Je koopt hier vis.
 Je koopt hier vlees.

Slide 23 - Drag question

Wie is er aan de beurt?
Wat mag het zijn?
Anders nog iets?
Tasje erbij?
Was dat het?
Ik. Mag ik een kilo appels alsjeblieft?
Twee bruine broden alstublieft.
Nee dank u, dat was het.
Ja dat was het.
Ja graag!

Slide 24 - Drag question

Je koopt groente en fruit op de markt.
Welk antwoord geef je op de vragen van de verkoper?

Slide 25 - Slide

Goedemorgen!

Slide 26 - Open question

Wie is er aan de beurt?

Slide 27 - Open question

Wat mag het zijn?

Slide 28 - Open question

Anders nog iets?

Slide 29 - Open question

Dat was het?

Slide 30 - Open question

Tasje erbij?

Slide 31 - Open question

Dank u wel.

Slide 32 - Open question

Tot ziens!

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Video

Okan:      Hoi …, met Okan.
Ik:              Hoi Okan, hoe gaat het?
Okan:      Prima. Ik ga naar de supermarkt. Ga je met me mee?
Ik:             Ja, dat is goed. Heb je veel nodig?
Okan:     Nee hoor, alleen brood, rijst en fruit.
Ik:             Oké, tot straks.
Okan:      Tot straks.

Slide 35 - Slide

drieënvijftig
eenenzeventig
veertig
achtenzeventig
negenenzestig
zesennegentig
tweeëndertig

Slide 36 - Drag question