Les 5 - oefentoets 1

Les 5 - oefentoets 1
Sociale zekerheidsrecht
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Les 5 - oefentoets 1
Sociale zekerheidsrecht

Slide 1 - Slide

Wat is het?
Noteer achter elke wet de letter die erbij hoort:
1. ANW A. Sociale voorziening
2. WIA B. Volksverzekering
3. WLZ C. Werknemersverzekering
4. IOW
5. WW
6. PW

Slide 2 - Open question

Wie voert uit?
Noteer achter elke wet de letter die erbij hoort.
1. AOW A. Belastingdienst
2. IOAZ B. UWV
3. ZW C. Gemeente
4. Zorgtoeslag D. SVB
5. ZVW E. Zorgverzekeraar
6. Wajong

Slide 3 - Open question

Het sociaal zekerheidsrecht valt (hoofdzakelijk) onder
A
Publiekrecht
B
Privaatrecht
C
Civiel recht
D
Staatsrecht

Slide 4 - Quiz

Wat is de chronologische volgorde in onze geschiedenis van het sociaal zekerheidsstelsel?
A
Participatiestaat Nachtwakerstaat Verzorgingsstaat
B
Nachtwakerstaat Participatiestaat Verzorgingsstaat
C
Verzorgingsstaat Nachtwakerstaat Participatiestaat
D
Nachtwakerstaat Verzorgingsstaat Participatiestaat

Slide 5 - Quiz

De premies voor de volksverzekering worden betaald door
A
Werkgevers
B
Werknemers
C
Er is geen premie hiervoor
D
Werknemers en uitkeringsgerechtigden

Slide 6 - Quiz

De nominale premie voor de zorgverzekering wordt betaald door
A
Werkgever
B
Staat
C
Verzekerde

Slide 7 - Quiz

Een Syrische man woont al 3 jaar in Nederland en werkt de laatste 2 jaar over de grens in België. Is deze man verzekerd voor de WLZ?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Noem 2 maatwerkvoorzieningen in de WMO

Slide 9 - Open question

Is de zorgverzekeraar verplicht iedereen te accepteren die een zorgverzekering wil en zo ja, geldt dit dan voor de aanvullende zorgverzekeringen? Licht je antwoord toe.

Slide 10 - Open question

Welke instantie stelt een indicatie vast in het kader van de WLZ?
A
UWV
B
CIZ
C
CAK
D
Zorgkantoor

Slide 11 - Quiz

Bij welke zorg betaal je geen eigen risico?
A
Kraamzorg
B
Fysiotherapie
C
Gesprekken bij de psycholoog
D
Medicijnen

Slide 12 - Quiz

Maaike heeft van juni tot met december bij Tempoteam gewerkt. Ze had een baan van 20u per week, maar door een reorganisatie is ze deze baan verloren. Ze wil weer graag werken, maar heeft niet meteen iets en vraagt daarom een ww-uitkering aan. Heeft ze hier recht op? Motiveer je antwoord.

Slide 13 - Open question

Maaike had direct voor haar baan bij Tempoteam 3 jaar gewerkt. Daarvoor was zij nog studente. Kan zij meer dan 3 maanden WW krijgen? Geef aan welke voorwaarde ze hiervoor dan moet voldoen.

Slide 14 - Open question

Bereken het arbeidsverleden van Pieter. Hij is 47 jaar oud en werkt sinds 2008 en is dit jaar werkloos geworden. Noteer de berekening.

Slide 15 - Open question

Jan heeft een arbeidsverleden van 17 jaar. Wat wordt de duur van zijn WW als hij op 1 mei 2025 in de WW komt. Leg uit.

Slide 16 - Open question

Ans heeft een arbeidsverleden van 30 jaar. Wat wordt de duur van haar WW als zij op 1 april 2025 in de WW komt. Leg uit.

Slide 17 - Open question

Wat is de hoogte van de WW-uitkering in percentages als je 3 maanden in de WW zit?

Slide 18 - Open question

Wat is het dagloon van Thijs in de WW als hij 80.000 per jaar verdient? En welk percentage krijgt hij hiervan in zijn 2e maand aan ww-uitkering uitbetaald. Noteer je berekening

Slide 19 - Open question