Skelet en spieren

B1: Het skelet
Je kunt het skelet van de mens indelen in:
- Hoofd
- Romp
- Ledematen (armen en benen)
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

B1: Het skelet
Je kunt het skelet van de mens indelen in:
- Hoofd
- Romp
- Ledematen (armen en benen)

Slide 1 - Slide

Waarvoor dient het skelet
1. Stevigheid (anders ben je net een pudding!)
2. Vorm (bv. de vorm van je schedel bepaald de vorm van je hoofd)
3. Bescherming (bv. de borstkas beschermt je hart en longen)
4. Beweging mogelijk maken (aan botten zitten spieren vast, dankzij spieren kunnen botten > en dus het lichaam, bewegen)

Slide 2 - Slide

 Het skelet (hoofd)
Botten in het hoofd vormen samen de schedel
Hier horen ook de onder- en bovenkaak bij

Slide 3 - Slide

Het skelet (romp)
Schedel wordt gedragen door de wervelkolom:
  • Halswervels
  • Borstwervels
  • Lendewervels
Steunen op heiligbeen en staartbeen

Slide 4 - Slide

 Het skelet (romp)
Borstkas:
Borstwervels, ribben en borstbeen

Schoudergordel:
Schouderbladen en sleutelbeenderen

Bekkengordel: Heupbeenderen en heiligbeen

Slide 5 - Slide

Het skelet (ledematen)
Arm: Opperarmbeen, spaakbeen, ellepijp, botten van de hand

Been: Dijbeen, kuitbeen, scheenbeen, botten van de voet

Slide 6 - Slide

Menselijk skelet 
Het lichaam van de mens bestaat uit het hoofd, de romp, en de ledematen.

In afbeelding 1 zie je het skelet (geraamte) van een mens. Het skelet bestaat uit 206 botten (beenderen). De botten die in het plaatje zijn aangegeven moet je kennen. 

5 min: 
Leer de botten van het menselijk lichaam uit je hoofd!




Slide 7 - Slide

Maken
Basisstof 1 thema 4
kennis en inzicht

timer
20:00

Slide 8 - Slide

Terugblik vorige lessen


- Je moet in een afbeelding de botten van het skelet kunnen herkennen en benoemen.

Slide 9 - Slide

Benoem de onderdelen
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Benoem de onderdelen
1= Bovenkaak                     15= Dijbeen
2=Onderkaak                     16= Staartbeen
3= Schouderblad
4= Opperarmbeen
5= Ellepijp
6= Spaakbeen
7= Handwortelbeentjes 
8= Schedelbeenderen 
9= Wervelkolom 
10= Heupbeen
11= Ribben
12= Scheenbeen
13= Kuitbeen
14= Middenvoetsbeentjes 

Slide 11 - Slide

Planning 
- Introductie onderwerp: spieren 

- Skeletbingo!

- Volgende week: Proefje en herhalen spieren 

Slide 12 - Slide

                             Spieren

Slide 13 - Slide

Leerdoelen vandaag
-Je kunt beschrijven dat spieren samentrekken, nadat ze signalen uit het zenuwstelsel hebben gekregen.
 
- Je kunt de werking van pezen uitleggen. 
 
- Je kunt de werking van antagonisten uitleggen. 
Volgende week: Quiz spieren

Slide 14 - Slide

Soorten weefsels in skelet
- Kraakbeenweefsel 


- Botweefsel


- Spierweefsel

Slide 15 - Slide

Het menselijk lichaam telt meer dan 600 spieren. 

Spieren zitten overal, zelfs in de ogen en de huid. Ook het hart is een spier.

Veel spieren zorgen voor beweging. 


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Opbouw spier
Je spieren bestaan voor een groot deel uit spierweefsel. 

Spierweefsel ligt gebundeld in een spierbundel

Meerdere spierbundels vormen samen een hele spier.

 Een spier trekt zich samen als een of meerdere spierbundels in de spier zich samentrekken

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Alle spierbundels zijn omgeven door een vlies van bindweefsel. Deze vliezen komen aan elke kant van de spier samen en vormen daar een stevige pees.

 Met de pees is de spier goed vastgehecht aan  het bot.

 Een spier zit dus niet aan het bot. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Skeletbingo

Slide 22 - Slide

Opdracht 
Ga in groepjes van 3 een onderwerp uitschrijven. Beantwoord hier de volgende vragen mee:
- Wat is er aan de hand/ Wat is het?
- Hoe kom je er aan? 
- Wat kan je er tegen doen? Behandeling?
Risicofactoren
- Eigen inbreng eventueel
timer
15:00

Slide 23 - Slide

Zoek een ander groepje op.
Presenteer je onderwerp
timer
5:00

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video