Toets scheikunde havo 3 §2.1 tm 2.3 herkansing

Toets §2.1 tm 2.3 havo 3

Je kunt geen vragen stellen over de inhoud tijdens de toets.
Overige vragen via de chat in zoom.
Je mag een rekenmachine gebruiken.
Als je klaar bent, mag je uit de zoom weg.
Succes!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Toets §2.1 tm 2.3 havo 3

Je kunt geen vragen stellen over de inhoud tijdens de toets.
Overige vragen via de chat in zoom.
Je mag een rekenmachine gebruiken.
Als je klaar bent, mag je uit de zoom weg.
Succes!

Slide 1 - Slide


Is dit een waarneming op macro- of op microniveau? leg uit waarom.

Slide 2 - Open question

Bij welke fase overgang hoort de volgende beschrijving van wat er op microniveau gebeurt?
De trillende moleculen verliezen hun vaste plaats en gaan vrij langs elkaar heen bewegen.

Slide 3 - Open question

Is het koken van water een endotherm of een exotherm proces? Leg uit waarom.

Slide 4 - Open question


Reken het kookpunt van zuurstof om naar  Kelvin

Slide 5 - Open question


Er worden 2 beweringen gedaan over deze tekst.
A: zuurstof heeft het laagste kookpunt
B: zuurstof moleculen houden bij -196 oC hun onderlinge aantrekkingskracht en bewegen langs elkaar heen.
Welke is/zijn juist?
A
alleen A
B
alleen B
C
A en B
D
A en B zijn allebei niet juist

Slide 6 - Quiz

Als je 2 verschillende stoffen bij elkaar doet, kunnen ze gaan mengen of gaan reageren. Hier worden 2 uitspraken over gedaan. Welke is/zijn juist?
A: Bij mengen veranderen de moleculen niet
B: bij een chemische reactie verdwijnen de moleculen van de reactieproducten.

A
alleen A
B
alleen B
C
A en B
D
A en B zijn allebei niet juist

Slide 7 - Quiz


Geef de namen van alle 6 de fase overgangen  (met nummers erbij)

Slide 8 - Open question


A
Nee, er vindt menging plaats, want als het schuim afkoelt en een tijdje blijft staan, ontstaat er geen vloeibaar eiwit
B
Ja, er vindt een chemische reactie plaats omdat er in een oven voor nodig is.
C
Nee, er vindt een fase overgang plaats omdat er in de oven een vaste stof is ontstaan
D
Ja, er vindt een chemische reactie plaats, want als het schuim afkoelt ontstaat er geen vloeibaar eiwit.

Slide 9 - Quiz

Leg uit of er bij het koken van aardappels een faseverandering of een chemische reactie optreedt.
Gebruik in je antwoord het woord stofeigenschappen.

Slide 10 - Open question

Marieke dampt in een schaaltje een hoeveelheid zeewater in.

Leg uit of er bij het indampen van zeewater een chemische reactie plaatsvindt.

Slide 11 - Open question


Wat is de fase van de (elk van de  3 ) stoffen als ze in de koelkast zitten bij 6 oC?

Slide 12 - Open question

Wat is het energie-effect van het smelten van ijs? (endotherm of exotherm)
Leg je antwoord ook uit.

Slide 13 - Open question

Wat is het energie effect van het condenseren van alcohol?
Leg je antwoord ook uit

Slide 14 - Open question

Hout gaat pas branden, nadat je het hebt aangestoken. Wat is er waar over het verbranden van hout?
A
Het is een endotherme reactie, want er is energie nodig
B
Het is een exotherme reactie want er is energie nodig.
C
Het verbranden van hout is endotherm want er komt energie vrij (warmte en licht)
D
Het verbranden van hout is exotherm, want er komt energie vrij (warmte en licht)

Slide 15 - Quiz

Vergelijk het koken van water en de thermolyse van water met elkaar. Welke bewering is waar.
A
Bij koken verdwijnen de watermoleculen
B
Bij elektrolyse ontstaan stoffen met andere stofeigenschappen dan water.
C
Na elektrolyse zijn er nog steeds watermoleculen
D
Bij elektrolyse zijn er 2 of meer beginstoffen.

Slide 16 - Quiz


Wat is het juiste reactieschema van deze reactie?
A
zilver(s) + chloor (g) -> zilverchloride (s)
B
zilverchloride(s) + zuurstof (g) -> zilver (s) + chloor(g)
C
zilverchloride (s) -> zilver (s) + chloor (g)
D
zilverchloride(s) + licht -> zilver (s) + chloor (g)

Slide 17 - Quiz


Wat is waar over deze reactie van zilverchloride?
A
Het is een fotolyse en endotherm
B
Het is een fotolyse en exotherm
C
het is een thermolyse en endotherm
D
het is een thermolyse en exotherm

Slide 18 - Quiz

Einde
Je mag nu uit de zoom.

Slide 19 - Slide