VPTH toets casus 6 infusie

Infusie
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Infusie

Slide 1 - Slide

Ik mag na opdracht van een arts zelfstandig een perifeer infuus inbrengen

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Noem 3 nadelen van het plaatsen van een venflon in de hand

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Wat is een kruisproef?
A
Heeft de ontvanger specifieke antistoffen tegen het orgaan
B
Eigen bloed wordt samengebracht met bloed van ontvanger
C
Er wordt gekeken of de infusievloeistof isotoon is
D
Allergieën worden onderzocht

Slide 6 - Quiz

Wat is de meest gevraagde bloedgroep?
A
A positief
B
Bloedgroep B negatief
C
Bloedgroep O positief en A positief
D
Bloedgroep AB negatief en B negatief

Slide 7 - Quiz

Wat mag je als verpleegkundige niet?
A
zonder opdracht een infuuszak wisselen
B
zonder opdracht een infuus open zetten
C
zonder opdracht een venflon inbrengen
D
zonder opdracht medicatie toevoegen in infuus.

Slide 8 - Quiz

Wat zijn veel voorkomende bloedonderzoeken?
A
TSH voor schildklierafwijkingen
B
BSE (bezinking)
C
Hb voor o.a. bloedarmoede
D
CRP voor acute ontstekingen

Slide 9 - Quiz

Wat is de functie van anticoagulantia in een bloedbuisje?
A
Zonder anticoagulantia zou het bloed na afname snel stollen.
B
Om ervoor te zorgen dat er geen bacteriën bij kunnen komen.
C
Om de witte en rode bloedcellen van elkaar te kunnen scheiden.
D
Om het immuunsysteem te kunnen bepalen

Slide 10 - Quiz

Wat is waar?
meerdere antwoorden mogelijk
A
Bij een venapunctie moet de huid gedesinfecteerd worden.
B
Bij afname van een bloedkweek moet de huid gedesinfecteerd worden
C
Bij een venapunctie hoeft de huid niet gedesinfecteerd te worden
D
Bij afname van een bloedkweek hoeft de huid niet gedesinfecteerd te worden

Slide 11 - Quiz

Waar geeft hematologisch onderzoek informatie over?

Slide 12 - Open question

Wat is een flebitis?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Wat zie je op de foto?

Slide 15 - Open question

Wat is hypodermoclyse
A
intraveneus vocht toedienen in een grote ader
B
subcutaan vocht toedienen in een perifere ader
C
intraveneus vocht toedienen via een hickmannkatheter.
D
subcutaan vocht toedienen meestal in de benen

Slide 16 - Quiz

Minder risico op infecties doordat het gedeeltelijk onder de huid zit

A
Bij een getunnelde katheter
B
Bij een ongetunnelde katheter

Slide 17 - Quiz

Benoem 4 symptomen van een sepsis

Slide 18 - Open question

Wat is het risico van een lege infuuskolf of een losse connectie?
A
bloedterugloop
B
flebitis
C
luchtembolie
D
verstopte infuusslang

Slide 19 - Quiz

Benoem contra indicaties voor het plaatsen van het infuus.

Slide 20 - Open question

Wat is het doel van een CVK?

Slide 21 - Open question

Radiotherapie.
Er kan op .... manieren worden bestraald
A
4
B
3
C
5
D
2

Slide 22 - Quiz

Wat behoort niet tot de klachten na een hormoontherapie
A
botontkalking
B
pijnklachten
C
gewichtstoename
D
onvruchtbaarheid

Slide 23 - Quiz

Wat is Tamoxifen?
A
medicatie bij hormoontherapie
B
medicatie bij radiotherapie
C
medicatie bij chemotherapie

Slide 24 - Quiz

Wat weet je van immuuntherapie?

Slide 25 - Open question

Wat is protonentherapie?

Slide 26 - Open question

Bij welke therapie van kanker spreek je over een cyclus?
A
bij hormoontherapie
B
Bij radiotherapie
C
bij immunotherapie
D
Bij chemotherapie

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video