1.1 | Het leven van jager-verzamelaars

https://lessonUp.app/invite/group/zkthq
Klik op 'Registreer': met Google account

KLASCODE: ZKTHQ
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijISK

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

https://lessonUp.app/invite/group/zkthq
Klik op 'Registreer': met Google account

KLASCODE: ZKTHQ

Slide 1 - Slide

Ga naar 'Code invullen'

Slide 2 - Slide

1.1 | Het leven van jager-verzamelaars
Mens & Maatschappij

Slide 3 - Slide

Wanneer is iemand rijk?

Slide 4 - Open question

Wanneer is iemand arm?

Slide 5 - Open question

Hoe werkt het boek? Bekijk bladzijde 4
  • Dikke zwarte tekst = introductie / inleiding
  • Eerste gele tekstvak = leerdoelen 
  • Zwarte nummers = vragen / opdrachten
  • Bron = tekst, foto of tekening waarin je iets kan lezen of waaraan je iets kunt zien
  • Blauwe tekstvak = lees- en leertekst
  • Laatste gele tekstvak = samenvatting

Slide 6 - Slide

Maak opdracht 1 t/m 8 op blz. 12 t/m 17
Schrijf niet in het boek.
Schrijf de antwoorden op in je schrift.

Gebruik een vertaler op je laptop om nog moeilijke woorden op te zoeken.

Heb je een vraag? Ik loop een rondje door de klas. 
Ga eerst verder met de volgende vraag als ik nog niet bij jou ben geweest. 

Slide 7 - Slide

Opdrachten & antwoorden klassikaal bespreken

Slide 8 - Slide

Welke opdracht of vraag vond je makkelijk?

Slide 9 - Open question

Welke opdracht of vraag vond je moeilijk?

Slide 10 - Open question

"Jager-verzamelaars
hebben veel spullen / bezittingen."
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Wat is een kenmerk van de samenleving van jager-verzamelaars?
A
Ze hadden vast een vaste woonplaats.
B
Ze woonden in stevige huizen.
C
Ze konden alles vinden of maken in hun omgeving.
D
Ze joegen alleen op kleine dieren.

Slide 12 - Quiz

Werktuigen werden door jager-verzamelaars gemaakt door:
A
Stenen en dierenbotten
B
Bladeren en hout
C
Bessen en dierenhuiden
D
Zakmessen en scharen

Slide 13 - Quiz

De jager-verzamelaars trokken veel rond. Hoe noem je een groep mensen die veel rondtrekt?
A
Neanderthalers
B
Nomaden
C
Scouts
D
Trekkers

Slide 14 - Quiz

Wat deden de
jager-verzamelaars niet?
A
Vissen
B
Jagen
C
Planten verbouwen
D
Verzamelen

Slide 15 - Quiz

Wat is een juiste tweede deel van de zin?

Jagers en verzamelaar kwamen aan voedsel doordat …

A
... de mannen eetbare planten verzamelden
B
... de mannen en vrouwen samen gingen jagen
C
... de vrouwen en kinderen gingen vissen
D
... de vrouwen noten en bessen verzamelden

Slide 16 - Quiz

Is de afbeelding van
jager-verzamelaars?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Wat doen de mannen vooral,
bij de jager-verzamelaars?
A
Zoeken naar eetbare planten en bessen
B
Zoeken naar eetbare noten, knollen en wortels
C
Op kinderen letten als de vrouwen gingen jagen
D
Jagen op dieren en vissen

Slide 18 - Quiz

Wat is geen overblijfsel van
jagers-verzamelaars?
A
Een bijl van vuursteen
B
Een speer
C
Een pot van klei
D
Pijl en boog

Slide 19 - Quiz

Welk middel van bestaan hoort niet
bij de jagers en verzamelaars?
A
het jagen op herten
B
het plukken van bessen
C
het houden van koeien
D
het gebruik van dierenhuiden als kleding

Slide 20 - Quiz

Wat is geen kenmerk van
de jager- verzamelaars?
A
Een nomadisch bestaan
B
Het gebruik van vuur
C
Het gebruik van steen
D
Het bouwen van huizen

Slide 21 - Quiz

Waarom is er bij jager-verzamelaars geen verschil tussen arm en rijk?
A
Ze zijn allemaal arm
B
Ze delen alles
C
Ze hebben geen geld
D
Er is wel verschil tussen mensen

Slide 22 - Quiz

Jagers en verzamelaars
A
zijn nomadisch
B
blijven op één plek
C
verbouwen groente en fruit
D
doen samen boodschappen

Slide 23 - Quiz

Wat was geen middel van bestaan van de jager-verzamelaars?
A
Vissen
B
Jagen
C
Planten verbouwen
D
Verzamelen

Slide 24 - Quiz

Jagers-verzamelaars
hebben geen:
A
Dieren
B
Kinderen
C
Vaste woonplaats
D
tenten

Slide 25 - Quiz

Wanneer trokken jager-verzamelaars door naar een andere plek?
A
Wanneer een andere groep op hun plek kwam wonen
B
Wanneer ze zin hadden
C
Wanneer het te koud begon te worden
D
Wanneer het eten in hun omgeving op was

Slide 26 - Quiz

Waarom wilden jagers-verzamelaars niet zoveel spullen hebben?
A
Ze moesten alles gemakkelijk mee kunnen nemen.
B
Ze vertrouwden elkaar niet. Er werd veel gestolen in die tijd.
C
Ze vonden het heel vervelend om op te ruimen.
D
De winkels hadden nog maar weinig spullen te koop.

Slide 27 - Quiz

Waarvan maakten de jagers/verzamelaars bijlen en pijlpunten?
A
ijzer
B
klei
C
hout
D
vuursteen

Slide 28 - Quiz

Wat is geen kenmerk van de jagers en verzamelaars?
A
Nomadisch bestaan
B
Gebruik van vuur
C
Gebruik van steen
D
Gebruik van schrift

Slide 29 - Quiz

Hoe lang geleden kwamen de eerste jager-verzamelaars naar Nederland?
A
100.000 jaar geleden
B
1000 jaar geleden
C
10.000 jaar geleden
D
3.000 jaar geleden

Slide 30 - Quiz

Hoe wordt de periode van
jagers en verzamelaars ook wel genoemd?
A
Middeleeuwen
B
Moderne Tijd
C
Oudheid
D
Prehistorie

Slide 31 - Quiz

Wanneer is iemand rijk?

Slide 32 - Open question

Wanneer is iemand arm?

Slide 33 - Open question