1 - Introducing yourself
1 / 15
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
I
You
He
She
It
We
You
They
am
are
is
is
is
are
are
are
Slide 6 - Drag question
Vragend voornaamwoord
Hulpwerkwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Onderwerp
?
What
is
your
name
Slide 7 - Drag question
Schrijf in het Engels 2 manieren op waarop je jezelf kunt voorstellen.
Slide 8 - Open question
Hoe zeg je in het Engels: Het is leuk om je te ontmoeten.
A
It's not nice to meet you
B
It's nice to meet you
C
It's to meet you nice
D
It's meet you
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Video
Waar komt Giorgio vandaan en waar gaat hij heen?
A
Spanje, Tunesie
B
Italie, Madrid
C
Italie, Tokyo
D
Italie, Amsterdam
Slide 11 - Quiz
Welke baan heeft Marie bij Top Notch?
Slide 12 - Open question
Wat betekent introduce?
A
Voorstellen
B
Aanmelden
C
Afkraken
D
Aangeven
Slide 13 - Quiz
1
2
3
4
5
6
7
It
is
so
nice
to
meet
you.
Slide 14 - Drag question
Welk beroep heeft Giorgio?
