Tegenstellingen thema 8

Tegenstellingen
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tegenstellingen

Slide 1 - Slide

Het kussen is zacht
De steen is 

Slide 2 - Slide

Het kussen is zacht
De steen is hard

Slide 3 - Slide

De muziek is zacht
De muziek is 

Slide 4 - Slide

De muziek is zacht
De muziek is hard

Slide 5 - Slide

Het boek is dik
Het boek is 

Slide 6 - Slide

Het boek is dik
Het boek is dun

Slide 7 - Slide

De telefoon is oud
De telefoon is 

Slide 8 - Slide

De telefoon is oud
De telefoon is nieuw

Slide 9 - Slide

De schoenen zijn vies
De schoenen zijn 

Slide 10 - Slide

De schoenen zijn vies
De schoenen zijn schoon

Slide 11 - Slide

Het bed is hoog
Het bed is 

Slide 12 - Slide

Het bed is hoog
Het bed is laag

Slide 13 - Slide

Mijn haar is droog
Mijn haar is 

Slide 14 - Slide

Mijn haar is droog
Mijn haar is nat

Slide 15 - Slide

Het weer is goed
Het weer is 

Slide 16 - Slide

Het weer is goed
Het weer is slecht

Slide 17 - Slide

De weg is breed
Het pad is 

Slide 18 - Slide

De weg is breed
Het pad is smal

Slide 19 - Slide

De olifant is groot
De muis is 

Slide 20 - Slide

De olifant is groot
De muis is klein

Slide 21 - Slide

De broek is kort
De broek is 

Slide 22 - Slide

De broek is kort
De broek is lang

Slide 23 - Slide

hard
dik
oud
vies
hoog
droog
goed
breed
groot
kort
slecht
smal
klein
dun
laag
nat
nieuw
lang
schoon
zacht

Slide 24 - Drag question

De weg is...
A
dik
B
nat
C
smal
D
breed

Slide 25 - Quiz

Het boek is...
A
dun
B
kort
C
nieuw
D
dik

Slide 26 - Quiz

De telefoon is...
A
dik
B
smal
C
oud
D
laag

Slide 27 - Quiz

De maan is...
A
hoog
B
slecht
C
vies
D
nieuw

Slide 28 - Quiz

Het kussen is...
A
hoog
B
zacht
C
hard
D
nat

Slide 29 - Quiz

De tafel is...
A
nat
B
droog
C
dun
D
fout

Slide 30 - Quiz

De handen zijn...
A
schoon
B
hoog
C
goed
D
vies

Slide 31 - Quiz

De walvis is...
A
hoog
B
groot
C
slecht
D
nieuw

Slide 32 - Quiz

De zon staat...
A
groot
B
laag
C
dun
D
klein

Slide 33 - Quiz

Het haar is...
A
klein
B
kort
C
smal
D
dun

Slide 34 - Quiz



De wortel is niet krom maar .....

Slide 35 - Slide

Schaatsen is niet moeilijk maar ....

Slide 36 - Slide

De zon is niet vierkant maar ....

Slide 37 - Slide

De paraplu is niet ouderswets maar ....

Slide 38 - Slide

De plant heeft niet veel, maar .... bladeren

Slide 39 - Slide

Hij is niet verdrietig maar ....

Slide 40 - Slide


Atif is niet ziek maar ...

Slide 41 - Slide

Van de zon word ik niet bedroefd maar .... 

Slide 42 - Slide

De spin is niet lui, maar ....


Slide 43 - Slide

Deze wortel is niet recht, maar krom.
Schaatsen is niet makkelijk, maar moeilijk.
De zon is niet vierkant, maar rond.
Deze paraplu is niet ouderwets, maar modern.
Deze plant heeft niet veel, maar weinig bladeren.
Dit dier is niet zwak, maar sterk.
Onze hond is niet gezond, maar ziek.
Van de zon word ik niet bedroefd, maar vrolijk.
De spin is niet lui, maar ijverig.
Deze wortel is niet recht, maar krom.
Schaatsen is niet makkelijk, maar moeilijk.
De zon is niet vierkant, maar rond.
Deze paraplu is niet ouderwets, maar modern.
Deze plant heeft niet veel, maar weinig bladeren.
Dit dier is niet zwak, maar sterk.
Onze hond is niet gezond, maar ziek.
Van de zon word ik niet bedroefd, maar vrolijk.
De spin is niet lui, maar ijverig.

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Link