Leerdoelencheck grammatica 3H

Grammatica 3H
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica 3H

Slide 1 - Slide

In de lijdende vorm doet het onderwerp ...
A
iets
B
niets

Slide 2 - Quiz

'Meer dan honderd miljoen mensen bekeken dit jaar de Super Bowl.'

Wat voor zinsdeel is 'de Super Bowl'?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 3 - Quiz

Wat is de bedrijvende vorm van 'de jongen gooit de bal'?
A
De bal wordt door de jongen gegooid.
B
De bal is gegooid door de jongen.
C
De jongen gooit de bal.
D
De bal wordt gegooid door de jongen.

Slide 4 - Quiz

Selecteer de zin in de lijdende vorm.
A
De koe eet gras.
B
Door de koe wordt het gras gegeten.
C
De koe graast.
D
Pietje eet de koe.

Slide 5 - Quiz

'De Super Bowl werd dit jaar door meer dan honderd miljoen mensen bekeken.'

Wat voor zinsdeel is 'de Super Bowl'?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 6 - Quiz

Maak een goede samentrekking:
'broodbakkerij en banketbakkerij'

Slide 7 - Open question

Wat is een naamwoordelijk gezegde?
A
Een zin waarin iemand een handeling uitvoert
B
Een zin waarin de eigenschap van iemand wordt verteld
C
Een zin zonder werkwoorden

Slide 8 - Quiz

Ik kan nu zinnen omzetten van de bedrijvende naar de lijdende vorm en andersom.
Ja
Nee
Met wat hulp lukt het me.

Slide 9 - Poll

Maken:
Opdracht 4 a en 5 van paragraaf 3.7 in je boek. 

Slide 10 - Slide