• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
‹Return to search

samentrekking 2.4 vwo 3

1 / 15
next
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

0

Slide 1 - Video

Let bij samentrekkingen op:
-getal/vorm (enkelvoud/meervoud)
-betekenis
-grammaticale functie

Slide 2 - Slide

Foutieve samentrekking

Het weggelaten woord heeft een andere betekenis dan het woord dat er nog staat.


Jenny gaf haar man de jam en haar zoontje een pak slaag


Slide 3 - Slide

Foutieve samentrekking

Het weggelaten deel heeft een ander getal dan het deel dat er nog staat.


Hier wordt vaak ingebroken en verschillende auto's vernield.



Slide 4 - Slide

Foutieve samentrekking

Het weggelaten deel heeft een andere grammaticale functie dan het deel dat er nog staat.


Zij heeft haar vriendin opgebeld en gezegd dat ze niet komt.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

De docent leidde het nieuwe onderwerp in en de leerlingen om de tuin.
A
foutieve samentrekking (gramm. functie)
B
foutieve samentrekking (gramm. vorm/getal)
C
foutieve samentrekking (betekenisverschil)
D
goede samentrekking

Slide 7 - Quiz

In het park wordt een speeltuin gebouwd en jonge bomen geplant.
A
juiste samentrekking
B
foute samentrekking door betekenis
C
foute samentrekking door functie
D
foute samentrekking door getal

Slide 8 - Quiz

Die armband heeft Fem tijdens de workshop gemaakt en aan haar moeder gegeven.
A
juiste samentrekking
B
foute samentrekking door betekenis
C
foute samentrekking door functie
D
foute samentrekking door getal

Slide 9 - Quiz

Sem werd kampioen en door zijn vrienden gefeliciteerd.
A
juiste samentrekking
B
foute samentrekking door betekenis
C
foute samentrekking door functie
D
foute samentrekking door getal

Slide 10 - Quiz

Sinterklaas had acht bier en
een mijter op.
A
juiste samentrekking
B
foute samentrekking door betekenis
C
foute samentrekking door functie
D
foute samentrekking door getal

Slide 11 - Quiz

Hij is een prima hockeyer en wint elke wedstrijd.

A
samentrekking klopt
B
samentrekking klopt niet

Slide 12 - Quiz

Hij werd niet goed en werd naar huis gebracht.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 13 - Quiz

Onjuiste inversie

Als ten onrechte de persoonsvorm voor het onderwerp staat.


Dinsdag mag ik weer naar school en ga ik woensdag weer lekker hockeyen. 


Slide 14 - Slide

Verbeter deze zin: Dinsdag mag ik weer naar school en ga ik woensdag weer lekker hockeyen. (theorie blz 214)

Slide 15 - Open question

More lessons like this

5.2 Formuleren

January 2022 - Lesson with 33 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

Formuleren (foutieve) samentrekking

March 2025 - Lesson with 18 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Week 04 - les 1 - foutieve samentrekking

January 2021 - Lesson with 14 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Zinsstructuur en formuleren

February 2023 - Lesson with 24 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

Samentrekking

March 2024 - Lesson with 28 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Formuleren herhalen 1, 2 en 3 en foutieve samenstelling

October 2022 - Lesson with 26 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Samentrekking en foutieve samentrekking 2324

September 2023 - Lesson with 19 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Nederlands les 3

February 2024 - Lesson with 30 slides
NederlandsHBOStudiejaar 1
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings