2B Th5 B4 Menstruatie - oefenvragen

D2BTh5 
 B4:  Menstruatie
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

D2BTh5 
 B4:  Menstruatie
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Slide

Wat weet je (al) over menstruatie?
1. Weet je wat menstruatie is?
2. Kun je uitleggen wanneer de ovulatie plaatsvindt?
3. Weet je wat de menstruatiecyclus is?
4. Kun je uitleggen wanneer de menstruatie plaatsvindt binnen de
    menstruatiecyclus?
5. Waaruit bestaat het verdikte baarmoederslijmvlies?
6. Wat is de functie van het verdikte baarmoederslijmvlies?
7. Hoe lang blijft een eicel na de eisprong leven?
8. Kun je de fasen van de mentsruatiecyclus omschrijven?


Slide 2 - Slide

Een vrouw heeft zich laten steriliseren. Vinden bij deze vrouw nog menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Wel menstruatie en geen ovulatie
B
alleen ovulatie en geen menstruatie
C
zowel menstruatie als ovulatie
D
zowel geen menstruatie als geen ovulatie meer

Slide 3 - Quiz


Op welke dag begint het opbouwen van het slijmvlies?
A
dag 1
B
dag 6
C
dag 14
D
dag 18

Slide 4 - Quiz


Wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5 van de menstruatiecyclus?
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 5 - Quiz

Je ziet bovenaan een klein bolletje.
Wat is dat?
Stel je voor dat na de 4e week het slijmvlies dik blijft
A
De menstruatie
B
Innesteling
C
De afbraak van het baarmoederslijmvlies
D
Een zaadcel; eisprong

Slide 6 - Quiz

Wat gebeurt er op dag 14?
A
De menstruatie
B
Ovulatie
C
De afbraak van het baarmoederslijmvlies
D
Een zaadcel; eisprong

Slide 7 - Quiz

Hoe noem je de
4 tot 7 dagen
vóór de pijl?
A
Ovulatie
B
Menstruatie
C
Periode van vruchtbaarheid
D
Masturbatie

Slide 8 - Quiz

Hoeveel ml bloed verliest een meisje als ze menstrueert.
A
20
B
40
C
70
D
100

Slide 9 - Quiz

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus ongeveer?
A
10
B
14
C
28
D
35

Slide 10 - Quiz


Je ziet hier bij iemand....
A
Het inbrengen van een tampon zonder inbrenghuls
B
Een vinger bij de clitoris
C
het inbrengen van een tampon met inbrenghuls
D
Een vinger in de anus

Slide 11 - Quiz

Vindt bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 12 - Quiz

De menstruatie wordt geregeld door hormonen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Wanneer is een vrouw het meest vruchtbaar?
A
Vlak na de menstruatie
B
Vlak voor de menstruatie
C
Vlak na de eisprong
D
Vlak voor de eisprong

Slide 14 - Quiz

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Wordt bij een menstruatie de spierlaag van de baarmoederwand afgebroken?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Een vrouw bij wie de eileiders zijn afgesloten, heeft geen menstruatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken
D
Om de ovulatie mogelijk te maken

Slide 18 - Quiz

Wat is menstruatie?
A
Dat een meisje een vrouw wordt
B
Dat een meisje borsten krijgt
C
Dat een meisje zwanger wordt
D
Dat een meisje bloed verliest elke maand

Slide 19 - Quiz

Welk(e) van deze delen verlaat (verlaten) het lichaam van een vrouw tijdens een menstruatie?

A
de bovenste laag van het baarmoederslijmvlies
B
een eicel die niet is bevrucht
C
een geel lichaam
D
alle 3 de antwoorden zijn goed.

Slide 20 - Quiz

Waarom heeft een vrouw afscheiding?
A
Dat heeft met de menstruatie te maken
B
Een vrouw heeft geen afscheiding
C
Dit beschermt tegen een zwangerschap
D
Om de vagina soepel en schoon te houden.

Slide 21 - Quiz

Waarom is een meisje ongeveer 5 dagen per 4 weken vruchtbaar?
A
Een eicel blijft 5 dagen in leven
B
Een zaadcel blijft 4 dagen leven
C
Een ovulatie duurt gemiddeld 5 dagen
D
Een menstruatie duurt gemiddeld 5 dagen

Slide 22 - Quiz

Sonja is in verwachting. De eerste dag van haar laatste menstruatie was op 12 januari.
Bepaal op welke dag is ze ongeveer ‘uitgerekend’.
A
25 oktober
B
14 september
C
12 november
D
12 oktober

Slide 23 - Quiz


In welke periode vindt menstruatie plaats?
A
In periode P
B
In periode Q
C
In periode R
D
In periode S

Slide 24 - Quiz


In welke periode zou innesteling kunnen plaatsvinden?
A
In periode P
B
In periode Q
C
In periode R
D
In periode S

Slide 25 - Quiz