Project Angstzweet lessen 2 en 3

1 / 49
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Aan het eind van de les weet je welke elementen  in schrijfstijl een verhaal spannend en levendig maken.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Een hangmat vol beloften
Luister. En lees mee.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lezen
timer
15:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

  tempo
ritme
flashbacks 
vooruitwijzingen (flashforward)
manier waarop de handeling wordt aangekondigd
rol van de omgeving

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Spanning ontstaat door...
  • informatie die achtergehouden wordt
  • personage die verandert tijdens het verhaal
  • versnelling 
  • vertraging
  • een tikkende klok (bom, computer, ...)
  • cliffhanger
  • open plekken of spannende ruimte
  • actie of karakter/dialoog

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat vond je goed aan het verhaal?
En waarom?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wat vond je minder goed aan het verhaal?

En waarom?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Realistisch of onrealistisch? Leg je keuze uit met eventueel voorbeelden uit de tekst.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Vanuit wiens blik wordt het verhaal verteld?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Hoe wordt duidelijk de levensfase (puberteit) de hoofdpersoon duidelijk?

Noem minimaal 3 voorbeelden uit het verhaal.

Slide 11 - Open question

De l
Hoe wordt de spanning opgebouwd?
Beschrijf zo concreet mogelijk en gebruik de tekst.

Geef minimaal twee voorbeelden.

Slide 12 - Open question

Elke keer als hij dichtbij komt is ze ongrijpbaar.
Tot drie keer toe.
De derde keer verdwijnt ze in de zee, in een onweersbui.
Wat kan je zeggen over de hoofdpersoon(en)?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Er wordt veel gebruik gemaakt van beelden.

Ook personificaties en vergelijkingen. Kun je voorbeelden geven uit de tekst?

Slide 14 - Open question

geluid als versierinkjes 
een gordijn van regen
dikke prop winkelende toeristen
140 - bliksemflitsen ranselden de golven en de donder gromde onophoudelijk en triomfantelijk.
Ze verdween...een hoge golf die haar als een boosaardige, monsterachtige krul opat. 
Waar verwijst de titel naar?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Welke elementen verhoogden de spanning in het verhaal? Geef voorbeelden.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Spanning
Trucs die de schrijver gebruikt:
  • Open plekken: er worden vragen opgeroepen bij de lezer;
  • Informatievoorsprong of informatie wordt achtergehouden (uitstel en vertraging);
  • Dwaalsporen en verkeerde vermoedens;

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Spanning
  • Meerdere verhaallijnen;
  • Gevaarlijke situaties of gevaarlijke omgeving;
  • Onverwachte gebeurtenissen/wendingen;
  • Inbouwen cliffhangers.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Soorten spanning
Globale spanning: de vraag die je bezighoudt tijdens het lezen:
  • op het verleden gericht;
  • op de toekomst gericht.
Lokale spanning: spanning die maar even duurt.

Spanningsboog: de periode tussen het begin en het einde van de spanning.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Spanning ontstaat door...
  • informatie die achtergehouden wordt
  • personage dat verandert tijdens het verhaal
  • versnelling 
  • vertraging
  • een tikkende klok (bom, computer, ...)
  • Cliffhanger
  • open plekken of spannende ruimte
  • actie of karakter/dialoog

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welke elementen vond jij nog meer opvallend in het verhaal? Geef voorbeelden.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

  tempo
ritme
flashbacks 
vooruitwijzingen
manier waarop de handeling wordt aangekondigd
rol van de omgeving

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat denk jij...heeft de schrijver iets met tempo ( versnellen of vertragen) in de tekst of de beleving van de tijd gedaan?

Geef de bladzijde en tekst aan.

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Wat denk jij...heeft de schrijver iets met ritme ( alsof het een muziekstuk/rap is) in de tekst of de beleving van de tijd gedaan?
Geef de bladzijde en tekst aan.

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Is er sprake van een flashback? Of een vooruitwijzing?
Geef een voorbeeld.

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Worden op een bepaalde manier handelingen/gebeurtenissen aangekondigd?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Wat is de rol van de omgeving?
Geef voorbeelden.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Flashback of Flashforward
Flashback = terugkijken
Flashforward = vooruit kijken
Let op: een flashback of -forward kan een zin zijn, maar ook een heel hoofdstuk of langer. Dan wordt de 'chronologie' verbroken. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Een flashback
  • Een tijdsprong terug in de tijd heet een terugblik, ofwel flashback.
  • Een flashback onderbreekt het verhaal een poosje.
  • Schrijvers gebruiken een flashback om een belangrijke gebeurtenis uit het verleden te laten zien.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
  1. Werk in groepjes van 4.
  2. Lees elkaars verhalen, geef elkaar feedback.
  3. Vertel wat goed is en waar je nog tips hebt.
  4. Concentreer je op de spanning en of je meegenomen wordt in het verhaal.


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan je karakter geven aan je eigen hoofdpersoon?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Ontwikkeling van een personage
De hoofdpersoon maakt een ontwikkeling door in een boek. Hij of zij doet dingen die zij normaal niet doet en daardoor groeit zij als persoon.
In een verhaal moet dit realistisch opgebouwd zijn.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maak een tijdlijn en probeer eens je eigen ontwikkeling van jouw karakter tijdens de basisschool weer te geven. In het begin was je misschien verlegen en nu ben je een druktemaker. Welke stappen zaten daar tussen?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

In tweetallen
Bekijk elkaars tijdlijn. Bespreek deze met elkaar/ Waar zit de groei, welke gebeurtenis zorgde daarvoor?

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Was het in kaart brengen van je eigen ontwikkeling moeilijk?

Slide 35 - Mind map

This item has no instructions

Tot de volgende keer!

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Les 3 project Angstzweet

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Kijkopdracht
Waardoor ontstaat de spanning?

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Wat is hier de flashback?

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Spelen met tijd
  • Chronologisch. Schrijver volgt de tijd.
  • Flashforwards: Vooruitblikken in de tijd.
  • Flashbacks: terugkijken in de tijd.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Een hangmat vol beloften
Luister. Er komen verschillende tekstkenmerken in voor en deze worden behandeld. Tempo, flashback, rol van de omgeving. de docent neemt je op sleeptouw.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Lees het spannende verhaal
  • In groepjes van 3, verdeel de rollen: schrijver, presentator, leider
  • Lees eerst individueel het verhaal en geef in de tekst aan waar je spanning voelt in het verhaal  en waardoor
  • Als iedereen klaar is, bespreek je wat jullie gevonden hebben met je groepje
  • Schrijver: schrijft op waardoor het verhaal spannend is
  • Presentator: vertelt het tijdens de klassikale bespreking
  • Leider: geeft beurten, houdt de tijd in de gaten, vraagt door bij onduidelijkheden
https://docplayer.nl/18628252-Voor-vrienden-door-het-vuur.html
timer
20:00

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Criteria voor spanning  op een rij
Vul de lijst in je schrift aan!

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Spanning ontstaat door...
  • informatie die achtergehouden wordt
  • personage die verandert tijdens het verhaal
  • versnelling 
  • vertraging
  • een tikkende klok (bom, computer, ...)
  • cliffhanger
  • open plekken of spannende ruimte
  • actie of karakter/dialoog

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Kijkopdracht
Voldoet de volgende trailer aan de 
criteria voor spanning?

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Video

This item has no instructions

Leerdoel gehaald?
  • Welke elementen gebruik je als je zelf een spannend verhaal gaat schrijven?

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting


Vooruitblik: volgende les beginnen met schrijven van spannende verhaal

Slide 49 - Slide

This item has no instructions