What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Boekhouding
Herhaling boekhouding
Balans
Verkoopfactuur
Uitgaande creditnota
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Administratie en Retail
Secundair onderwijs
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling boekhouding
Balans
Verkoopfactuur
Uitgaande creditnota
Slide 1 - Slide
Aan welke zijde vermeerdert een actiefrekening?
A
Debit
B
Credit
C
Niet
D
Dit begrijp ik niet
Slide 2 - Quiz
Aan welke zijde vermeerdert een opbrengstenrekening?
A
C
B
D
C
Niet
D
Dit weet ik niet
Slide 3 - Quiz
Wat staat er aan de actiefzijde van een balans?
A
Eigen vermogen
B
Vaste activa
C
Vreemd vermogen
D
Vlottende activa
Slide 4 - Quiz
Bij welke rekeningen moet je een beginsaldo vermelden?
A
Actief en Passief
B
Actief en opbrengsten
C
Opbrengsten en kosten
D
Passief en kosten
Slide 5 - Quiz
Vlottende activa bestaan uit:
A
Voorraad handelsgoederen
B
Liquide middelen
C
Hypothecaire lening
D
Handelsdebiteuren
Slide 6 - Quiz
We boeken een verkoopfactuur van handelsgoederen. Welke stelling is juist?
A
Mijn vordering naar de klant daalt. Dit is een actiefrekening
B
Mijn vordering naar de klant daalt. Dit is een passiefrekening
C
Mijn vordering naar de klant stijgt. Dit is een actiefrekening
D
Mijn vordering naar de klant stijgt. Dit is een passiefrekening.
Slide 7 - Quiz
Bij het boeken van een verkoopfactuur:
A
Stijgt de te betalen BTW (verschuldigde BTW)
B
Daalt de te betalen BTW (verschuldigde BTW)
C
Is er geen wijziging voor de BTW
D
Dit weet ik niet :-(
Slide 8 - Quiz
Is dit juist? Bij het geven van handelskorting boeken we enkel dat onze bedrijfsopbrengst daalt over heel de boeking van een verkoopfactuur?
Slide 9 - Open question
Is deze boeking met handelskorting juist?
Slide 10 - Slide
Schrijf de juiste redenering:
O - D 70401 retour op verkopen
Slide 11 - Open question
We boeken een uitgaande creditnota.
Welke bewering is NIET JUIST?
A
Onze opbrengsten dalen
B
De vordering op de overheid (BTW) daalt
C
De vordering op de overheid (BTW) stijgt
D
Vordering op de klant daalt
Slide 12 - Quiz
Schrijf de juiste redenering:
A + D 40000 Handeldebiteuren
Slide 13 - Open question
Ik ben klaar voor een taak volgende week:
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 14 - Poll
More lessons like this
VF Quiz
March 2022
- Lesson with
10 slides
Boekhouding
Secundair onderwijs
T1_L2_verkoopfacturen intro
February 2024
- Lesson with
29 slides
Economie
Secundair onderwijs
Overlopende rekeningen
March 2022
- Lesson with
10 slides
Economie
Secundair onderwijs
Journaal en proef- en saldibalans: herhaling
January 2020
- Lesson with
12 slides
Boekhouding
Secundair onderwijs
Thema 3 Level 1 Exp 2 Welke begrippen staan er op een verkoopfactuur
October 2023
- Lesson with
24 slides
Boekhouden : lift 4
Secundair onderwijs
Aankoop investeringsgoederen
January 2021
- Lesson with
14 slides
Boekhouding
Secundair onderwijs
Basisprincipes dubbel boekhouden
May 2022
- Lesson with
22 slides
Boekhouden
Secundair onderwijs
T01 - 1.15 Lectuurtaak - Mijn leesautobiografie
September 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Secundair onderwijs