04-05 Samenhang en Hoofd- en bijzaken (combinatie)

Lezen/Luisteren
NED Periode 3
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen/Luisteren
NED Periode 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lezen/Luisteren 
Deze lessenserie bereid je voor op het examen Lezen/Luisteren
Je doet de opdrachten op niveau 2F...
...tenzij je een vrijstelling hebt of al examen Lezen/Luisteren hebt gedaan. Dan doe je de opdrachten op niveau 3F
In de Bufferweek krijg je een toets Lezen/Luisteren op jouw niveau

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Theorie van de vorige lessen oefenen
8 vragen | 30 seconden per vraag

Slide 3 - Slide

This item has no instructions



Je wilt weten welke hoofdstuk over microfoons gaat. Welke leesstrategie gebruik je?
A
Verkennend
B
Globaal
C
Gericht
D
Intensief

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions


Met behulp van welk teken
kun je het onderwerp van een tekst vinden?
A
een @
B
een #
C
een ©
D
een <3

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions



Welke onderdelen zie je hier?
A
Titel
B
Inleiding
C
Middenstuk
D
Slot

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions



Wat voor tekstvorm is dit?
A
Infographic
B
Gebruiksaanwijzing
C
Recept
D
Handleiding

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions



Waar staat de aanleiding voor een tekst?
A
Titel
B
Inleiding
C
Middenstuk
D
Slot

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


Wat geeft de belangrijkste boodschap
van een tekst weer?
A
Onderwerp
B
Hoofdgedachte

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions



Wat is niet het doel van deze app?
A
Advies geven
B
Overhalen
C
Informeren
D
Instructie geven

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Waar staat deze zin:

VVD is tegen woningwet De Jonge
A
Titel
B
Inleiding
C
Middenstuk
D
Slot

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Lezen/Luisteren 
01 Tekstsoorten en leesstrategieën 
02 Onderwerp en hoofdgedachte
03 Tekstopbouw
04 Samenhang
05 Hoofd- en bijzaken
06 Informatie en meningen (3F argumenteren)
07 Evalueren
08 Samenvatten
Eindtoets Lezen/Luisteren 2F of 3F 
in de Bufferweek

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Lezen/Luisteren 
Opwarmoefening
5 min

Slide 13 - Slide

hoofd- en bijzaken opschrijven in jouw leven
Lezen/Luisteren 
04 Hoofd- en bijzaken, je leert..
Dat je in een tekst samenhang krijgt door
signaalwoorden te gebruiken
1

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Lezen/Luisteren 
04 Samenhang
Je gebruikt in een tekst signaalwoorden

Het geeft en verband tussen meerdere stukken tekst weer

Een signaalwoord geeft iets aan (geeft 'een signaal') over de relatie tussen die twee stukken tekst

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Lezen/Luisteren 
05 Hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken zijn de belangrijkste dingen in een tekst

Bijzaken zijn minder belangrijk
&
Een bijzaak hoort bij een hoofdzaak en kan niet bestaan zonder hoofdzaak

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vragen over hoofd- en bijzaken
12 vragen | 30 of 45 seconden per vraag

Slide 17 - Slide

This item has no instructions



Als je alle hoofdzaken in één zin samenvat, dan heb je ......
A
Het onderwerp van een tekst
B
De hoofdgedachte van een tekst
C
De samenvatting van een tekst
D
De conclusie van een tekst

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions



Wat geeft het signaalwoord 'vroeger' aan?
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Tijdsbepaling
D
Voorbeeld

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions



Wat geeft het signaalwoord 'ten slotte' aan?
A
Conclusie
B
Oorzaak-gevolg
C
Tijdsbepaling
D
Opsomming

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions


Om hoofd- en bijzaken te scheiden kun je een mindmap maken. Wat staat er in de cirkel op het plaatje?
A
Onderwerp
B
Hoofdzaken
C
Bijzaken
D
Hoofdgedachtes

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions



Wat geeft het signaalwoord 'mits' aan?
A
Voorwaarde
B
Conclusie
C
Opsomming
D
Argument

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions



Wat geeft het signaalwoord 'en' aan?
A
Tegenstelling
B
Oorzaak-gevolg
C
Opsomming
D
Argument

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


'Er worden steeds meer overvallen gepleegd in Zoetermeer. De meeste overvallen worden met een hamer gepleegd.'

Welke zin is de bijzaak?
A
De eerste zin
B
De tweede zin

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions



Wat geeft het signaalwoord 'daardoor' aan?
A
Voorbeeld
B
Oorzaak-gevolg
C
Conclusie
D
Argument

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions



Wat geeft het signaalwoord 'anderzijds' aan?
A
Voorbeeld
B
Tijd
C
Samenvatting
D
Tegenstelling

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions


'Als het stoplicht op groen staat mogen alle auto's doorrijden, ook de stilstaande auto's mogen gaan rijden'

Wat is de bijzaak?
A
Als het stoplicht op groen staat mogen alle auto's doorrijden
B
Ook de stilstaande auto's mogen gaan rijden

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions



Wat geeft het signaalwoord 'ten derde' aan?
A
Tegenstelling
B
Oorzaak-gevolg
C
Opsomming
D
Argument

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions



Wat geeft het signaalwoord 'nadat' aan?
A
Tijdsbepaling
B
Oorzaak-gevolg
C
Voorbeeld
D
Vergelijking

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Lezen/Luisteren 
Ga naar Taalblokken > Bouwstenen
2F
Maak 05 Hoofd- en bijzaken > Lezen/Luisteren
3F
Maak 05 Hoofd- en bijzaken > Lezen/Luisteren
Maak de opdracht Signaalwoorden

Slide 30 - Slide

This item has no instructions


'Kortom, het idee van de minister is slecht: telefoons moeten gewoon de klas in mogen'
A
titel
B
inleiding
C
middenstuk
D
slot

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions