Een D of een T

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolPraktijkonderwijsSpeciaal OnderwijsVoortgezet speciaal onderwijsGroep 5-8Leerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vanavond (lopen) hij naar het park.
A
Liep
B
Liept
C
Loop
D
Loopt

Slide 2 - Quiz

Gisteren (doen) zij een dansje in de klas.
A
Doet
B
Deed
C
Deedt
D
deet

Slide 3 - Quiz

Mijn vader (laden) de aanhangwagen vol met spullen.
A
laad
B
Laat
C
laadt
D
Lat

Slide 4 - Quiz

Gisteren (genieten) hij van een ijsje.
A
geniette
B
genoot
C
genote
D
genied

Slide 5 - Quiz

Waarom (schelden) jij haar uit?

Slide 6 - Open question

Ik ben naar de sportschool (rennen).

Slide 7 - Open question

Mijn vader heeft mooie avonturen (beleven).

Slide 8 - Open question

Waarom (landen) jij met een parachute in de boom?
A
land
B
lant
C
landt
D
lande

Slide 9 - Quiz

Ik heb op karpers (vissen).
A
gevisd
B
gevist
C
gevisdt
D
gevis

Slide 10 - Quiz

(opladen) jouw batterij wel goed op?

Slide 11 - Open question

Wat vind jij moeilijk aan de d of t?

Slide 12 - Mind map

't exKofschip
Wie kan mij uitleggen hoe dit werkt

Slide 13 - Slide

Welk woord is fout?
A
schup
B
pat
C
paard
D
web

Slide 14 - Quiz

Welk woord is goed?
A
ideaal
B
individuaal
C
lineaal
D
principieel

Slide 15 - Quiz

Hoe noem je het als je alles alleen doet? Het begint met de i.

Slide 16 - Open question

Het nieuws van nu is heel erg a.....?

Slide 17 - Open question