H4: Grammatica zinsdelen: Bijstelling

Vandaag
  • Je leert wat een bijstelling is.
  • Je kan een bijstelling uit de zin halen.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag
  • Je leert wat een bijstelling is.
  • Je kan een bijstelling uit de zin halen.

Slide 1 - Slide

Wat doet het?
De bijstelling geeft extra informatie over iets wat al in de zin staat. 
Voorbeeld: 
Ik heb bloemen, een bos rozen, van mijn vriendin gekregen. 

  • In de zin staat dat ik bloemen heb gekregen.
  • De extra die toegevoegd wordt, is dat het gaat om een bos rozen. 
  • een bos rozen is hier de bijstelling, want het geeft extra informatie over bloemen.

Slide 2 - Slide

Welk deel van de zin geeft extra informatie?
Eva, mijn zus, slaapt bij oma.
A
Eva
B
mijn
C
bij oma
D
mijn zus

Slide 3 - Quiz

Welk deel van de zin geeft extra informatie?
Max, de harige hond van onze buren, loopt in onze tuin.
A
de harige hond
B
Max
C
de harige hond van onze buren
D
onze tuin

Slide 4 - Quiz

Let op:
  • Bij een bijstelling gaat het altijd om hetzelfde object als de woordgroep die ervoor staat: een bos rozen en bloemen zijn dezelfde dingen (ik heb niet ineens een andere bos in mn handen). 
  • Meestal kan de bijstelling van plaats wisselen met de woordgroep die ervoor staat:
Ik heb een bos rozen, bloemen, van mijn vriendin gekregen. 

Slide 5 - Slide

Nog even opletten!:
  • De bijstelling staat altijd tussen twee komma's wanneer het in het midden van de zin staat of tussen een komma en een punt als het aan het einde van de zin staat:
Ik heb bloemen, een bos rozen, van mijn vriendin gekregen.

Het onderzoek werd geleid door de heer Pieterseneen deskundige op het gebied van belastingfraude.

Slide 6 - Slide

Wat is de bijstelling?
Wie van de oppassers toonde zeer trots het pasgeboren aapje, een chimpansee, aan de nieuwsgierige journalisten?
A
het pasgeboren aapje
B
de nieuwsgierige journalisten
C
een chimpansee

Slide 7 - Quiz

De zin verdelen in zinsdelen
De bijstelling hoort bij hetzelfde zinsdeel als het object waar het iets over zegt.
Dus:
Ik |heb| bloemen, een bos rozen, |van mijn vriendin |gekregen.

Slide 8 - Slide

Typ de zin over en verdeel de zin in zinsdelen:
De rode kater van mijn nieuwe buurmeisje, Anna, is tijdens het hevige onweer in paniek thuisgekomen.

Slide 9 - Open question

De zinsdelen benoemen
De bijstelling hoort bij hetzelfde zinsdeel als het object waar het iets over zegt. 
dus: |Ik |heb| bloemen, een bos rozen, |van mijn vriendin |gekregen.|
pv=heb                                                             lvw = bloemen, een bos rozen     
aww= heb, gekregen                                  mv = x
sww= heb=hww, gekregen=zww          bwb = van mijn vriendin
wwg=heb gekregen                                   bijstelling = een bos rozen
 ondw= ik 
  

Slide 10 - Slide

Oefenen
Ga naar 'Forms' en maak de opdrachten. 

Slide 11 - Slide

Keuze:
Je hebt de volgende keuze mogelijkheden:

Slide 12 - Slide

Ik ga:
Ga je oefenen met de bijstelling of uitdagende opdrachten maken? Wacht nog heel even op het volgende scherm.
A
oefenen met lijdend voorwerp
B
oefenen met zww, hww en kww
C
oefenen met wd, nd en nwg
D
oefenen met mv

Slide 13 - Quiz

Ik ga:
A
oefenen met de bijstelling
B
uitdagende opdrachten maken

Slide 14 - Quiz