Tu fais souvent du foot / tennis / hockey / de la danse ?
Slide 3 - Slide
aujourd'hui
* je kunt vertellen of je gezond bent en of je sport of niet.
* je weet hoe je de q en de g moet uitspreken
* je kunt vragen stellen (met en zonder vraagwoord)
--> français en classe
--> phrases-clés + exercice 28
--> corriger exercice 31def + 33
Slide 4 - Slide
exercice 28 - page 35
Voer het gesprek 2 keer.
De eerste keer is B een persoon die gezond leeft.
De tweede keer is B een persoon die niet gezond leeft.
Je bent allebei 2 x A en 2 x B
Slide 5 - Slide
exercice 31d - page 38
1 où waar
2 Qu'est-ce que wat
3 qui wie
4 Comment hoe
5 Combien hoeveel
6 Pourquoi waarom
Slide 6 - Slide
exercice 31e - page 38
Comment tu t’appelles?
Où est-ce que tu habites?
Tu fais quel sport?
Quand est ton anniversaire?
Est-ce que tu as des frères ou des sœurs?
Slide 7 - Slide
exercice 31f - page 38
Tu habites où? / Où est-ce que tu habites?
Tu manges des fruits? / Est-ce que tu manges des fruits?
Tu vas au collège comment? / Comment est-ce que tu vas au collège?
Slide 8 - Slide
exercice 33 - page 39
Wie is Kyllian Mbappé en wie is de interviewer?
Slide 9 - Slide
exercice 33 - page 39
1 Comment tu t’appelles?
2 Tu as quel âge?
3 Tu habites où?
4 Tu fais du sport? /Tu fais du foot?
5 Tu fais du foot souvent?
6 Tu es en bonne santé?
7 Est-ce que tu manges bien?
8 Pourquoi tu fais du foot?
Slide 10 - Slide
au boulot
apprendre voca EF + grammaire H
faire
exercice 29 (6 Franse vragen bedenken en in de 2e kolom zetten)
tâche page 44 + 179 voorbereiden (situaties + Franse tekst bedenken voor de 8 vakjes uit het stripverhaal. Dit schrijf je eerst in het klad op in je aantekeningenschrift)