H3.3 - Lenzenformule

Camera's en projectoren 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Camera's en projectoren 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen voor vandaag
  • De leerling kan positieve en negatieve lenzen herkennen
  • De leerling kan constructiestralen tekenen
  • De leerling weet wat de lenzenformule doet en kan deze toepassen 

Slide 2 - Slide

Herhaling

Slide 3 - Slide

Bolle lenzen noemen we ........
A
negatief
B
positief

Slide 4 - Quiz

Waarvan is de tekening een voorbeeld
A
Lichtbreking
B
Lichtbuiging
C
Licht verplaatsing

Slide 5 - Quiz

Bolle lenzen hebben twee brandpunten.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Welke lenzen zijn
negatieve lenzen?
Er zijn meer antwoorden goed.
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 7 - Quiz


A
In figuur A is de lichtbreking correct getekend.
B
In figuur B is de lichtbreking correct getekend.
C
In figuur C is de lichtbreking correct getekend.
D
In figuur D is de lichtbreking correct getekend.

Slide 8 - Quiz

Bolle en holle lenzen

Slide 9 - Slide


A
De bolle lenzen zijn 1, 2 en 4
B
De bolle lenzen zijn 3, 5 en 6
C
De bolle lenzen zijn 1 en 4
D
De bolle lenzen zijn 2, 3, 5 en 6

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Constructiestralen

Slide 12 - Slide

Werking van een camera
Allebei hebben een positieve lens die een voorwerp afbeeldt op een scherm.
  • Camera voorwerp: Scene die je fotografeert

Slide 13 - Slide

Constructiestralen
      voorwerpafstand          beeldafstand
f1=v1+b1

Slide 14 - Slide

vraag
Ryan heeft een nieuwe telescoop gekocht. De telescoop is echt een enorm ding! De telescoop maakt gebruik van een positieve lens met een brandpuntsafstand van 15 cm. De afstand tussen de lens en het beeld bedraagt 435 cm. Wat is de afstand tot het voorwerp waar Ryan naar kijkt?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Klassikale opdracht

Slide 17 - Slide




Neem de tekening over in je schrift. Teken de constructie stralen en laat met de lenzenformule de beeldafstand zien. Meet daarna de beeldafstand met een liniaal om te kijken of het klopt  f= 2 cm v = 8cm en voorwerp is 3 cm groot
de brandpuntafstand is 2 cm en het voorwerp staat op  8 cm van de lens en is 3 cm hoog

Slide 18 - Slide

Stuur je antwoord in van de vorige vraag

Slide 19 - Open question

Huiswerk 
Opdracht: 26

Slide 20 - Slide