mardi, le 13 novembre

1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Magasin
  • Objectifs
  • Parler - Phrases Clés D
  • Grammaire C
  • Lire
  • Devoirs
  • Chanson française

Slide 2 - Slide

pièces

Slide 3 - Slide

Objectifs
Parler
Ik kan eenvoudige vragen stellen over alledaagse zaken.
Ik kan antwoord geven op eenvoudige vragen.
Lire
Ik kan korte teksten begrijpen die gaan over zaken als winkelen, geld en geldbesteding.
Ik heb voldoende woordkennis om korte leesteksten te begrijpen (a1/a2).
Grammaire
Ik begrijp hoe je het meewerkend voorwerp kunt vervangen.

Slide 4 - Slide

Parler - Phrases Clés D
exercice 16

Slide 5 - Slide

Grammaire
  • faites des groupes
  • utilisez 1 iPad/Chromebook par groupe
  • répondez aux questions
  • chacun du groupe doit comprendre la réponse
  • vous gagnez une pièce par bonne réponse et une pièce par bonne explication

Slide 6 - Slide

Wat is het meewerkend voorwerp in onderstaande zin?

Mon père donne un vélo à mon frère.
A
mon père
B
donne
C
un vélo
D
à mon frère

Slide 7 - Quiz

Hoe herken je het mwvp in een Franse zin?

Slide 8 - Open question

Vervang het mwvp:

Mon frère écrit une lettre à ma mère.
A
Mon frère elle écrit une lettre.
B
Mon frère l'écrit une lettre.
C
Mon frère lui écrit une lettre.
D
Mon frère lui écrit une lettre à ma mère.

Slide 9 - Quiz

Vervang het mwvp en maak een nieuwe zin:

Je donne des fleurs à mes grands-parents.

Slide 10 - Open question

Vervang het mwvp en maak een nieuwe zin.

Nous allons envoyer un e-mail au prof.

Slide 11 - Open question

Vervang het mwvp en maak de zin ontkennend.

Tu as écrit une lettre à tes parents?

Slide 12 - Open question

questions?

Slide 13 - Mind map

Lire
Ga verder met je examentekst.

Slide 14 - Slide

Devoirs
Apprendre: grammaire C + Phrases-Clés D
Faire: Lire

mardi 20 nov: so A B E + gram C + Phrases-Clés D

Slide 15 - Slide

Objectifs
Parler
Ik kan eenvoudige vragen stellen over alledaagse zaken.
Ik kan antwoord geven op eenvoudige vragen.
Lire
Ik kan korte teksten begrijpen die gaan over zaken als winkelen, geld en geldbesteding.
Ik heb voldoende woordkennis om korte leesteksten te begrijpen (a1/a2).
Grammaire
Ik begrijp hoe je het meewerkend voorwerp kunt vervangen.

Slide 16 - Slide