Presenteren

Vandaag...
  • Nieuw onderdeel...Spreken!
  • Het gaat over aantrekkelijk spreken...
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vandaag...
  • Nieuw onderdeel...Spreken!
  • Het gaat over aantrekkelijk spreken...

Slide 1 - Slide

In deze les...
  • Houding tijdens presenteren.
  • Tips voor hulpmiddelen bij je presentatie.

Slide 2 - Slide

Presenteren.... kun je leren!

Slide 3 - Slide

Ik vind presenteren spannend
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Zoek de verschillen....
Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Wat zijn verschillen tussen deze twee presentaties? 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Welke verschillen kun je noemen?

Slide 8 - Mind map

Wat is belangrijk aan je houding?

Slide 9 - Mind map

Houding
  • Sta met twee benen op de grond. 
  • Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. 
  • Je armen langs je lichaam. 
  • Rug recht, schouders naar achteren. 
  • Ogen het publiek in. 

Slide 10 - Slide

In een presentatie kun je verbale en non-verbale communicatie gebruiken.... 

Slide 11 - Slide

Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken

Slide 12 - Quiz

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 13 - Quiz

Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Oefenen van je presentatie moet altijd met publiek
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Een flesje water meenemen bij je presentatie mag tijdens het examen spreken.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Rondlopen tijdens ons examen spreken is een goed idee.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Relaxte houding, schouders naar achter zijn:
A
verbaal
B
non-verbaal

Slide 19 - Quiz

Handen in je broekzak is perfect met presenteren
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Lager en rustiger praten is beter dan snel en hoog praten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Tips om aantrekkelijk te presenteren:

  • Maak je publiek nieuwsgierig. Open je presentatie door iets (grappigs) te vertellen wat je zelf hebt meegemaakt. Je kunt ook beginnen met een vraag.
  • Sta rechtop en probeer zo natuurlijk mogelijk te bewegen. Houd je handen uit je zakken.
  • Kijk je publiek zo veel mogelijk aan terwijl je praat.
  • Spreek duidelijk, rustig en verstaanbaar.
  • Laat iets zien over het onderwerp, bijvoorbeeld door middel van een beeldfragment of een PowerPoint.
  • Sluit je presentatie af met een leuke of opvallende laatste opmerking, een ‘uitsmijter’.





Slide 22 - Slide

Opbouw presentatie
  • Logisch: Inleiding, midden, slot.
  • Duidelijk verhaal.
  • Maak gebruik van ondersteuning, vb. een PowerPoint.

Slide 23 - Slide

Inleiding
  • Maak publiek nieuwsgierig.
  • Vertel wat het onderwerp is.
  • Stel jezelf voor.
  • Deel de opbouw van je presentatie.
  • Vertel wanneer je publiek vragen kan stellen.

Slide 24 - Slide

Midden
  • Behandel de punten een voor een in een logische volgorde.
  • Zorg dat je publiek jou kan volgen, door aan te geven waar je bent in je verhaal.

Slide 25 - Slide

Slot
  • Geef een korte samenvatting, een conclusie, of grijp terug naar de inleiding.
  • Gebruik een uitsmijter, een opvallende uitspraak of oneliner, of geef een tip.
  • Bedank je publiek!

Slide 26 - Slide

Wat gebruik jij vaak bij een presentatie als hulpmiddel?
A
Powerpoint
B
Poster
C
Voorwerpen
D
Iets anders

Slide 27 - Quiz

Belangrijk:
  • Less = more (hoe minder hoe beter).
  • Kies voor een rustige lay-out/zelfde kleurgebruik/lettertype.
  • Alleen plaatjes als het nut heeft.
  • Steekwoorden i.p.v. zinnen.
  • Contact maken met je publiek/ reageren op je publiek (interactie).
  • Bewust van je eigen non-verbale houding + mimiek.

Slide 28 - Slide