3.4 - Kookpunt en smeltpunt

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

§3.4 - Kookpunt en smeltpunt

In de komende twee lessen doorloop je deze LessonUp en maak je opdrachten in het boek.

Huiswerk

Woensdag 22 januari '25

• Paragraaf 3.3 opdracht 1 t/m 9 en ook nakijken (staat in Teams)
• Paragraaf 3.4 de LessonUp doorlopen incl. maken van de opdrachten dus niet door klikken en klaar maar echt de tijd nemen om alle vragen te maken.
  
• Paragraaf 3.4 opdracht 1 t/m 9 (dus ook de eerste opdracht van de extra) en ook nakijken

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.

Smelten

Stollen/bevriezen

Condenseren

Sublimeren

Rijpen

Verdampen

gas

vloeistof

vaste stof

Met welke letter staat de gasregel-knop aangegeven?

1. Letter A
2. Letter B
3. Letter C

Hoe noemt men onderdeel C?

1. De gasknop
2. De brander
3. De luchtpijp
4. De schoorsteen

Welke kleur heeft de pauzevlam?

1. Kleurloos
2. Blauw
3. Geel
4. Rood

Leerdoelen

Lees blz. 99 en 100

Samenvatting: 3.4 Kookpunt en smeltpunt

Het kookpunt = stofeigenschap

• Als de temperatuur 100 graden is geworden, bereiken ze wel het water-oppervlak, ze barsten open: koken.
• Koken is verdamping van water door de hele vloeistof.
• Zolang het water aan het koken is blijft de temperatuur 100, we noemen dat het kookpunt.

Samenvatting: 3.4 Kookpunt en smeltpunt

Het smelt-/vries-/stolpunt = stofeigenschap

• De temperatuur van 0 ^oC noem je het smeltpunt van ijs of het vriespunt van water.
• Zolang het ijs aan het smelten is of het water aan het bevriezen is blijft de temperatuur 0 ^oC.

Bij hoeveel graden gaat water koken?

1. 90 °C
2. 100 m
3. 101 °C
4. 100 °C

Welke van de volgende uitspraken is waar?

1. Als water kookt, dan neemt de temperatuur van het water toe.
2. Als water kookt, dan blijft de temperatuur van het water gelijk.
3. Als water kookt, dan neemt de temperatuur van het water af.

Welke van de volgende uitspraken is waar?

1. De bellen in kokend water bestaan uit waterdamp.
2. De bellen in kokend water bestaan uit lucht.
3. De bellen in kokend water bestaan uit nevel.

Een pannetje water staat te koken. Wat is de temperatuur van de waterdamp?

1. 0 °C
2. 20 °C
3. 80 °C
4. 100 °C

In welke fase bevindt butaan van 10 °C zich?

1. Vast
2. Vloeibaar
3. Gas
4. Fase-overgang

In welke fase bevindt stikstof van -198 °C zich?

1. Vast
2. Vloeibaar
3. Gas
4. Fase-overgang

In welke fase bevindt goud van 800 °C zich?

1. Vast
2. Vloeibaar
3. Gas
4. Fase-overgang

In welke fase bevindt propaan van -42 °C zich?

1. Vast
2. Vloeibaar
3. Gas
4. Fase-overgang

Samenvatting: 3.4 Kookpunt en smeltpunt

Het vriespunt verlagen

• Om het vriespunt van water te verlagen kun je een geschikte stof toevoegen, bijvoorbeeld zout of antivries.
• Hoe meer zout of antivries, des te lager het vriespunt.
• Het kookpunt van water kun je verhogen met zout/antivries.

Bouillon is zout: in een liter soep zit ongeveer 15 g zout. Het water uit de kraan is zoet: het bevat (bijna) geen zout.
Welke uitspraak is juist?

1. Soep bevriest bij een hogere temperatuur dan water.
2. Soep bevriest bij dezelfde temperatuur dan water.
3. Soep bevriest bij een lagere temperatuur dan water.

Wat gaan we vandaag doen?

1. Test-Jezelf 3.3 en 3.4 
2. Huiswerk controle
3. Uitleg onderzoek

Huiswerk

Woensdag 22 januari '25

• Paragraaf 3.3 opdracht 1 t/m 9 en ook nakijken (staat in Teams)
• Paragraaf 3.4 de LessonUp doorlopen incl. maken van de opdrachten dus niet door klikken en klaar maar echt de tijd nemen om alle vragen te maken.
  
• Paragraaf 3.4 opdracht 1 t/m 9 (dus ook de eerste opdracht van de extra) en ook nakijken

Planning periode 3