1.1 Les 2


Coalitie en oppositie

  • In Nederland is geen enkele partij groter dan de meerderheid van de Tweede Kamer.
  • Om die meerderheid wel te hebben, moeten partijen samenwerken. 
  • Partijen die in de regering samenwerken, heten: coalitie.
  • Partijen die niet in de regering zitten, maar wel in de Tweede Kamer, heten: oppositie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
geschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Coalitie en oppositie

  • In Nederland is geen enkele partij groter dan de meerderheid van de Tweede Kamer.
  • Om die meerderheid wel te hebben, moeten partijen samenwerken. 
  • Partijen die in de regering samenwerken, heten: coalitie.
  • Partijen die niet in de regering zitten, maar wel in de Tweede Kamer, heten: oppositie

Slide 1 - Slide

Boek
Lees in je boek de bladzijde 10 en 11:
Coalitie en oppositie
Taken van het parlement

Slide 2 - Slide

Video
Oppositie en coalitie

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

Hoofdtaken Eerste Kamer

  • Controleren van de regering (controlerende taak)

Slide 5 - Slide

Hoofdtaken Tweede Kamer

  • Controleren van de regering (controlerende taak)

  • Maken van wetten (wetgevende taak)

Slide 6 - Slide

Controlerende instrumenten (rechten) van de Eerste- en Tweede Kamer (1)
  • Recht van budget (goed- of afkeuren van de staatsbegroting

  • Recht van enquête (tot op de bodem uitzoeken van een bepaalde zaak)

  • Vragenrecht: recht om het kabinet vragen te stellen ('vragenuurtje') 

Slide 7 - Slide

Controlerende instrumenten (rechten) van de Eerste- en Tweede Kamer (2)

  • Recht van interpellatie (minister verplichten tot een debat)

  • Motierecht: recht om een motie een wens van de Kamer) in te dienen 

Slide 8 - Slide

Wetgevende instrumenten (rechten) die alleen de Tweede kamer heeft

  • Recht van amendement (wetsvoorstellen aanpassen)

  • Recht van initiatief (Kamerleden kunnen zelf met een wetsvoorstel komen i.p.v. de minister)

Slide 9 - Slide

Boek
Lees in je boek de bladzijde 12:
Problemen om Luxemburg

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video


Luxemburgse kwestie
1867


  • Frankrijk is bang voor een te machtige Noord-Duitse Bond (voorloper van Duitsland)
  • Frankrijk wil Luxemburg daarom kopen van Nederland: dat was geen enkel probleem! (koning Willem III was ook groothertog van Luxemburg)
  • Maar...Luxemburg is lid van de Noord-Duitse Bond!

Slide 13 - Slide


Van onhandige diplomatie
tot internationaal conflict



  • In eerste instantie was de Noord-Duitse Bond akkoord en kon Willem III zijn zoon naar Parijs sturen om de verkoop te regelen.
  • Maar Von Bismarck (Noord-Duitse Bond) veranderde zijn mening, en dreigde Frankrijk en Nederland met oorlog!
  • Nederland schrikt en verkoopt Luxemburg toch niet..


Slide 14 - Slide


...eind goed, al goed?


  • Het Nederlandse parlement hoorde pas achteraf dat er een oorlogsdreiging  was geweest, en vond dat de ministers weg moesten.
  • De ministers wilden dat niet, en werden hierin gesteund door Willem III
  • Het parlement besloot daarom alle financiële plannen van de ministers af te keuren: nu móesten de ministers wel opstappen.




Sinds de Luxemburgse kwestie neemt een regering altijd ontslag als de meerderheid van het parlement dat wil. De wordt de Vertrouwensregel genoemd. Het is geen wet, maar een ongeschreven regel.

Slide 15 - Slide