pv zwak ww in vt
1 / 10
Lesson duration is: 40 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Noteer 3 zwakke werkwoorden
Slide 2 - Open question
Noteer 3 sterke werkwoorden
Slide 3 - Open question
Wat is het verschil tussen een sterk werkwoord en een zwak werkwoord?
Slide 4 - Open question
Zet de volgende zin in de verleden tijd:
Mo fietst vanmiddag naar huis.
Mo fietst vanmiddag naar huis.
Slide 5 - Open question
Zet de volgende zin in de verleden tijd:
Het kaars brandt er lang.
Het kaars brandt er lang.
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Zet de volgende zin in de verleden tijd:
Ik voetbal op zaterdag en bestel daarna een patatje.
Ik voetbal op zaterdag en bestel daarna een patatje.
