les 36

Basiskennis Fictie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Basiskennis Fictie

Slide 1 - Slide

Voorlezen uit  Cyberboy: blz 64

Slide 2 - Slide

Wat is het vertelperspectief in Cyberboy?
A
Ik-verteller
B
Personale verteller
C
Alwetende verteller

Slide 3 - Quiz

Antwoord: ik-verteller (Kevin)
Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Kevin, de beste vriend van Bjorn. 

Bjorn heeft op de bassischool een ongeluk gehad. Hij gaat daarna naar een ziekenhuis in Japan om te herstellen. Twee jaar later komt hij terug in de klas bij Kevin, de 1ste klas. Alleen: er is iets raars met Bjorn aan de hand. Is hij nog wel een echt mens? 
 

Slide 4 - Slide

Onderwerpen
  1. Wat is fictie?
  2. Beoordelen / beoordelingswoorden
  3. Genre
  4. Hoofd- en bijpersonen

Slide 5 - Slide

Wat is fictie?

Slide 6 - Slide

Wat is fictie?
  • Verzonnen;
  • Boeken, strips, films en gedichten;
  • Gebeurtenissen en hoofdpersonen zijn bedacht.
  • Doel: amuseren

Slide 7 - Slide

Zakelijke tekst
  • Teksten in schoolboeken en  kranten zijn meestal geen fictie
  • Doel: informeren

Slide 8 - Slide

Wat is een genre?
  • Categorie;
  • Tot een genre behoren boeken met een aantal gemeenschappelijke kenmerken.
  • Bijvoorbeeld: oorlog, liefde, historie(geschiedenis)

Slide 9 - Slide

Bekijk het filmpje en bepaal voor jezelf wie de hoofdpersoon is.


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Hoofd- en bijpersonen
  • Niet alle personages zijn even belangrijk in het verhaal.
  • Denk maar aan je eigen favoriete televisieserie.

Slide 12 - Slide

Hoofdpersonen
  • De belangrijkste persoon in het verhaal.
  • Je komt veel te weten over deze persoon. En leert hem of haar steeds beter kennen.
  • Ze reageren niet voorspelbaar.

Slide 13 - Slide

Bijpersonen
  • Worden eenvoudig beschreven in het verhaal.
  • Uiterlijk krijgt veel aandacht.
  • Hebben vaak maar één eigenschap.

Slide 14 - Slide

Perspectief
  • ik-perspectief
  • personaal perspectief
  • alwetende verteller

Slide 15 - Slide

Tijd

In welke tijd speelt het verhaal zich af?

De tijdsduur/ vertelde tijd

Tijdsprong / versnelling

Vertraging

Flashback

Flash forward

Slide 16 - Slide

Zelf aan de slag/ huiswerk
Wat?
Afmaken les 35 opdracht 1 t/m 10 blz. 74 en 75
Maken les 36 opdracht 1 t/m 14 op blz. 76

Klaar?
Stillezen
Tijd?
30 minuten
Dan:
Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?

Slide 17 - Slide