Les 2.3 Grammatica

Nederlands
Klas 2 KGT
 2.3 Grammatica
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Klas 2 KGT
 2.3 Grammatica

Slide 1 - Slide

Vandaag in deze les:
Lesafspraken
Stillezen
Terugblik
Lesdoel
Huiswerk bespreken
Instructie Grammatica
Aan de slag

Slide 2 - Slide

Lesafspraken:
  • Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
  • Je hebt de spullen op orde en huiswerk gemaakt
  • Je hebt de aandacht bij de les en bent stil wanneer nodig
  • Bij samenwerken werk je zachtjes
  • Wil je iets vragen of zeggen, steek dan je hand op
  • Tassen op de grond, jassen in kluisje
  • Geen eten/drinken/kauwgom

Slide 3 - Slide

Stillezen
Geen leesvoer mee?
Pak iets van de stapel 
voorin de klas en leg 
het na gebruik netjes terug!
Probeer er aan te denken dat
je leesvoer meeneemt naar
de les van Nederlands
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Terugblik:
Blok 1 afgerond
Achter de draad - Hans Kuyper
Verhaalsoorten
Toets blz. 19 t/m 46

Slide 5 - Slide

Lesdoel:
Aan het einde van deze paragraaf:
  • kun je de pv in een zin vinden.
  • kun je zinsdelen benoemen; wwg - ond - lvw.
  • kun je het bouwplan van een zin maken.
  • kun je een gesplitst ww in een zin herkennen.
  • kun je het wwg met 'te' benoemen.

Slide 6 - Slide

Huiswerk bespreken
Opdracht 4 (66)
  1. A Science Fiction - B Fantasy/sprookjes -      C Thriller.
  2. Eigen antwoord
  3. Eigen antwoord
  4. Eigen antwoord
  5. Eigen antwoord

Slide 7 - Slide

Huiswerk bespreken
  1. Waarschijnlijk stukje C, dit lijkt op de werkelijkheid.
  2. realistisch, het verhaal zou echt gebeurd kunnen zijn in WOI
  3. a. verhaal A is het minst realistisch. Het gaat over reizen door de tijd. Het andere verhaal beschrijft zoals het ook echt zou kunnen zijn gebeurd.
  4. Verhaal A, vanwege de toekomst/tijdreizen.
  5. Eigen antwoord.

Slide 8 - Slide

Instructie Grammatica
Zinsdelen:
  • PV: werkwoord -> tijdproef
  • wwg: alle werkwoorden in een zin
  • ond: wie/wat doet het?
Maak opdracht 1 in je schrift.

Slide 9 - Slide

Instructie Grammatica
Monica  pakt  alle cadeautjes  in.

Wie doet iets?
Wat doet ze?
Wat wordt er ingepakt?

Slide 10 - Slide

Instructie Grammatica
Gesplitste werkwoorden:
inpakken -> pak in: Als pv is dit ook een deel van wwg. Ze horen bij elkaar en vormen één zinsdeel.
Wwg met te:
Aukje zit de hele tijd te lachen

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Opdr. 3 (73) + 4 (74) + 5 (75)
Deze opdracht maak je in je schrift en is het huiswerk voor de volgende les.


Slide 12 - Slide

Bedankt voor jullie aandacht
Neem voor de volgende les alle spullen mee, dus ook leesvoer.
Maak je huiswerk af wanneer je dit nog niet hebt gedaan.

Slide 13 - Slide