Semaine 6

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

V2, Semaine 6, 1er cours

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

Aan het eind van deze les kan ik...

• vertellen over mijn familie. 
• en weet ik hoe ik de h en d, t, s aan het eind van een woord uitspreekt.

Activités en cours

• Interroger le vocabulaire E
• Questions concernant les devoirs (exercice 25)?
• Exercice 26
• Exercice 27 et 28 (parler)

Traduis F-N:
la plage

1. de zee
2. het meer
3. het zand
4. het strand

Traduis F-N:
regarde

1. zie
2. kijk
3. luister
4. hoor

Traduis F-N:
aujourd'hui

Traduis F-N:
quelque chose

Traduis N-F:
het bericht

1. la message
2. le message
3. le mail
4. la mail

Traduis N-F:
dan

1. donc
2. aussi
3. après
4. alors

Traduis N-F:
niets te danken

Traduis N-F:
Wat is jouw telefoonnummer?

Activités en cours

• Questions concernant les devoirs (exercice 25)?
• Exercice 26
• Exercice 27 jusqu'à 29 (parler)

Fin du cours!

Aan het eind van deze les kan ik...

• vertellen over mijn familie. 
• en weet ik hoe ik de h en d, t, s aan het eind van een woord uitspreekt.

V2, Semaine 6, 2e cours

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

Aan het eind van deze les kan ik ...

• mijn familie beschrijven.
• het werkwoord avoir gebruiken.

Activités en cours

• Exercice 29
• Explication de la grammaire 
• Exercice 30
• Exercice 31

Fin du cours!

Aan het eind van deze les kan ik ...

• mijn familie beschrijven.
• het werkwoord avoir gebruiken.

Devoirs: apprends (leer): le vocabulaire et phrases-clés F

V2, Semaine 6, 3e cours

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

Aan het eind van deze les kan ik ...

• mijn familie beschrijven.
• het werkwoord avoir gebruiken.

Activités en cours

• Vidéos grammaire GL
• Exercice 31
• Exercice 32
• Exercice 33

Fin du cours!

Aan het eind van deze les kan ik ...

• mijn familie beschrijven.
• het werkwoord avoir gebruiken.

Attention: lundi prochain SO Chapitre 1, Partie 2