Taal thema 7 les 10

Wat is de betekenis van bekrompen?
A
Toch, ondanks dat
B
Omhoog gaan, boven de omgeving uitsteken
C
Het is het fijnst om in je eigen huis te zijn.
D
Als je geen of weinig begrip hebt voor de wensen en ideeën van andere mensen.
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat is de betekenis van bekrompen?
A
Toch, ondanks dat
B
Omhoog gaan, boven de omgeving uitsteken
C
Het is het fijnst om in je eigen huis te zijn.
D
Als je geen of weinig begrip hebt voor de wensen en ideeën van andere mensen.

Slide 1 - Quiz

Door welke vraag vindt
je het onderwerp in de zin?

Slide 2 - Mind map

Wat is de betekenis van koelbloedig?
A
Kalm en niet in paniek rakend in een noodgeval
B
Toch, ondanks dat
C
Toelaten dat iets gebeurt
D
Te gevoelig, snel boos of verdrietig

Slide 3 - Quiz

Stemmen het onderwerp en de persoonsvorm overeen?

Een aantal kinderen was te laat.
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Wat is de betekenis van sjorren?
A
Toelaten dat iets gebeurt
B
Zonder iets terug te doen of te zeggen, berustend
C
Ergens aan trekken, om het los of vast te maken of om het te verplaatsen
D
Te gevoelig, snel boos of verdrietig

Slide 5 - Quiz

Hoe vind je het lijdend voorwerp
in een zin?

Slide 6 - Mind map

Wat is de betekenis van wezenlijk?
A
Het is het fijnst om in je eigen huis te zijn
B
Iets wat raakt aan de belangrijkste kenmerken van een persoon, zijn basisideeën
C
Zonder iets terug te doen of te zeggen, berustend
D
Als je begrip hebt voor de wensen en ideeën van andere mensen.

Slide 7 - Quiz

Wat is de betekenis van 'op onbegrip stuiten'
A
Het is het fijnst om in je eigen huis te zijn
B
Omhooggaan, boven de omgeving uitsteken
C
Iemand of iets wordt niet begrepen door een ander
D
Als je begrip hebt voor de wensen en ideeën van andere mensen.

Slide 8 - Quiz

Hoe vind je het
meewerkend voorwerp in
een zin?

Slide 9 - Mind map

Stemmen het onderwerp en de persoonsvorm overeen?

De politie waren al snel aanwezig.
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Benoem het onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp van de volgende zin:

De miljonair schenkt het museum morgen een kunstwerk.

Slide 11 - Open question

Stemmen het onderwerp en de persoonsvorm overeen?

De musea hebben aangekondigd om samen te gaan werken.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Zo goed ken ik de stof!
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll