Herhaling spelling 3.8, 4.8 en 5.8 - 1KGa

Toets spelling 1.8, 2.8, 3.8, 4.8 en 5.8
1KGa: vrijdag 9 april

1KGb: dinsdag 13 april

1G1a: vrijdag 9 april

1G1b: dinsdag 13 april
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Toets spelling 1.8, 2.8, 3.8, 4.8 en 5.8
1KGa: vrijdag 9 april

1KGb: dinsdag 13 april

1G1a: vrijdag 9 april

1G1b: dinsdag 13 april

Slide 1 - Slide

Herhaling theorie spelling
3.8, 4.8 en 5.8 

- 1KGa

Slide 2 - Slide

Lesplanning
- Uitleg theorie spelling 3.8, 4.8 en 5.8 + oefeningen
- Nakijken opdrachten spelling les 5 en 9 
- Maak opdrachten van spelling

Lesdoel:
- Je weet hoe je de verleden tijd van sterke en zwakke werkwoorden goed spelt.
- Je weet hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden die eindigen op –ee of –ie schrijft.
- Je kunt een voltooid deelwoord herkennen en schrijven.
- Je weet hoe je een bijvoeglijk naamwoord spelt.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Noteer de verleden tijd:

ik ga - ik ...

Slide 7 - Open question

Noteer de verleden tijd:

ik kijk - ik ...

Slide 8 - Open question

Noteer de verleden tijd:

wij sluipen - wij ...

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Vul de persoonsvorm in de VERLEDEN TIJD in.

Hij ... (durven) niet alleen over straat.

Slide 11 - Open question

Vul de persoonsvorm in de VERLEDEN TIJD in.

Mijn grootouders ... (verhuizen) naar een appartement.

Slide 12 - Open question

Vul de persoonsvorm in de VERLEDEN TIJD in.

Wij ... (boffen) met dit mooie plekje.

Slide 13 - Open question

Vul de persoonsvorm in de VERLEDEN TIJD in.

Mijn vader ... (stoten) het glas om.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat is het meervoud van slee?
A
sleeën
B
sleën

Slide 17 - Quiz

Wat is het meervoud van kopie?
A
kopiën
B
kopieën

Slide 18 - Quiz

Wat is het meervoud van therapie?
A
therapiën
B
therapieën

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Schrijf het juiste voltooid deelwoord op.

Hij heeft deze schuur ... (bouwen).

Slide 23 - Open question

Schrijf het juiste voltooid deelwoord op.

Hij is naar huis ... (sturen).

Slide 24 - Open question

Schrijf het juiste voltooid deelwoord op.

De politie heeft een waarschuwing ... (geven).

Slide 25 - Open question

Schrijf het juiste voltooid deelwoord op.

De auto heeft het paaltje ... (raken).

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord op.

Het ... (leeg) huis

Slide 29 - Open question

Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord op.

De rekening is betaald. --> De ... (betalen) rekening.

Slide 30 - Open question

Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord op.

De les is gegeven. --> De... (geven) les.

Slide 31 - Open question

Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord op.

Het bedrag is vergroot. --> Het ... (vergroten) bedrag.

Slide 32 - Open question

Lesplanning
- nakijken opdrachten les 5 en les 9.

- Maak de opdrachten van spelling les 6, 7 en 8 en leer de theorie van 3.8, 4.8 en 5.8.
1KGa = huiswerk dinsdag 6 april


Lesdoel:
- Je weet hoe je de verleden tijd van sterke en zwakke werkwoorden goed spelt.
- Je weet hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden die eindigen op –ee of –ie schrijft.
- Je kunt een voltooid deelwoord herkennen en schrijven.
- Je weet hoe je een bijvoeglijk naamwoord spelt.


Slide 33 - Slide