herhaling woordsoorten & §12 bijwoorden - H1A - 08 april 2024


Nederlands 

Herhaling woordsoorten


TV1A


1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson


Nederlands 

Herhaling woordsoorten


TV1A


Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
1 Herhalen woordsoorten ter voorbereiding so a.s. woensdag.
2 Maken oefentoets.

Slide 2 - Slide

Welke woordsoorten ken je?

Slide 3 - Open question

Herhaling woordsoorten
  • §2: zn & lw
  •                      zelfstandig naamwoord & lidwoord
  • §4: bn & st. bn
  •                      bijvoeglijk naamwoord & stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
  • §6: hww & zww
  •                      hulpwerkwoord & zelfstandig werkwoord
  • §8: pers vnw & bez vnw   
  •                      persoonlijk- en bezittelijk voornaamwoord
  • §10 en 12  vz en bijwoord
  •                      voorzetsel en bijwoord

Slide 4 - Slide

Wat is het pers. vnw in deze zin?
"Ik ben gisteren met mijn moeder naar zijn huis geweest."
A
Ik
B
zijn
C
mijn
D
moeder

Slide 5 - Quiz

Wat is het pvnw. in deze zin?
"De zon is nu gaan schijnen, maar het regende zojuist."

Slide 6 - Open question

"De Ikea in Delft verkocht gisteren 500 houten stoelen."
Kijk goed naar de zin en probeer zoveel mogelijk woordsoorten te benoemen.
timer
1:30

Slide 7 - Open question

Wat geven de voorzetsels in deze zin aan?
"Op maandag ga ik altijd bij mijn oma eten. "
A
plaats, reden
B
tijd, plaats
C
plaats, tijd
D
reden, tijd

Slide 8 - Quiz

Benoem het zww in deze zin:

"Hij is gisteren in het ziekenhuis opgenomen."

Slide 9 - Open question

In een zin kunnen meerdere zelfstandige werkwoorden zitten.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Hij belt me morgen op.

"op" is in deze zin een voorzetsel.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Welk woord hoort niet in dit rijtje thuis?

werken - mogen - hebben

Slide 12 - Open question

Welk woord hoort niet in dit rijtje thuis?

stenen - nylon - roze

Slide 13 - Open question

Welk woordsoort is het woord "mij" in deze zin?
"Deze hond van mij is erg lief"
A
bvnw
B
pvnw

Slide 14 - Quiz

Welke twee bijwoorden vind je in deze zin?

"Ik kom morgen niet"

Slide 15 - Open question

"Zij is heel aardig."

Het bijwoord "heel" zegt iets over:
A
zij
B
aardig

Slide 16 - Quiz

Wat zijn de bijwoorden in deze zin?

"Waarom ga je vanavond niet sporten?"

Slide 17 - Open question

Welke woordsoorten herken je in de Loesje tekst van vandaag?
  • laat 
  • = bn
  • ik
  • = pers. vnw
  • had
  • = zww
  • mijn
  • = bez. vnw
  • droom
  • = zn
  • uit
  • = vz

Slide 18 - Slide

Welke woorden hebben we niet benoemd? 
  • te
  • nog
  • niet

  • wat staat er als je deze drie woorden weglaat? 
  • Laat. Ik had mijn droom uit. 
  • Klopt deze zin? 
  • Ja: alle woorden die weggelaten zijn, kún je weglaten: dit zijn bijwoorden. 

Slide 19 - Slide

Vragen?
  • Maak in je schrift de oefentoets. Controleer zelf je antwoorden.
  • Neem de oefentoets morgen mee naar school.

Slide 20 - Slide