-Je luistert tijdens het instructiemoment -Na instructies steek je je hand omhoog als je een vraag hebt
-Er praat maar één persoon tegelijk
-Je blijft op je plaats zitten tot de bel gaat
-Zachtjes praten tijdens werken in tweetallen -Je maakt je opdrachten af
-Stoplicht:
Rood (docent praat),
Geel (vragen stellen),
groen (ok)