WEEK 20- MIÉRCOLES 14-5-25

• Spaans
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

WEEK 19- MIÉRCOLES 7-5-25

LEEMOS 10 MINUTOS EN SILENCIO

¿Qué día es hoy?

La fecha de hoy en español

Hoy es ....

Aquí el profe puede simplemente escribir la fecha de hoy en la pizarra para ir más rápido. Creo que es bueno incluir esto  para despertar la curiosidad. 

¿QUÉ TIEMPO HACE HOY?

OBJETIVOS (DOELEN)

Je kunt  in Spaans vertellen wat in de week doet.

SUCCESCRITERIA

• Je weet wat een wederkerende werkwoord is.
  
  
• Je kunt de wederkerende werkwoorden  in korte en eenvoudige zinnen toepassen.
  
  
  
• Je kunt een eenvoudige tekst over je dagelijksroutine schrijven in het Spaans.

¿QUÉ SIGNIFICA?

DURANTE

DESPUÉS

POR LA NOCHE

LEVANTARSE

LEER

DESCANSAR

EMPEZAR

TERMINAR

ACOSTARSE

CENAR

PRACTICAMOS

¿Qué es un verbo reflexivo? Wat is een wederkerende werkwoord?

¿Qué diferencia hay entre un verbo reflexivo y uno verbo NO reflexivo? Wat is het verschil tussen een wederkerende en niet wederkerende werkwoord?

¿Qué diferencia hay entre un verbo reflexivo en español y en holandés?
Wat is het verschil tussen Spaans en Nederlands met de wederkerend werkwoorden?

Piensa en dos ejemplos./ Bedenkt 2 voorbeelden.

COMENTA CON TU COMPAÑERO

TUSSENTAAK

la primera persona (yo)

Klaar?
Open je laptop en ga naar de agenda van Magister vandaag.

Huiswerk -> Maak de oefeningen online : VERBOS REFLEXIVOS

me levanto

hago

juego

voy

se levanta

os levantáis

se levantan

hacemos

haces

hacen

juegas

juega

jugamos

te vistes

se viste

nos vestimos

os vestís

va

vamos

van

CONTROLA

estoy, me visto, empiezan,

vuelvo, tengo, prefiero, hago, escucho

me ducho..

desayuno...

mis clases empiezan...

los lunes y los miércoles juego...

vuelvo a casa...

hago los deberes...

ceno...

me acuesto...

OBJETIVOS (DOELEN)

Je kunt  in Spaans vertellen wat in de week doet.

SUCCESCRITERIA

• Je weet wat een wederkerende werkwoord is.
  
  
• Je kunt de wederkerende werkwoorden  in korte en eenvoudige zinnen toepassen.
  
  
  
• Je kunt een eenvoudige tekst over je dagelijksroutine schrijven in het Spaans.

TAREA DE ESCRITURA.

Ahora vas a escuchar a Alberto que habla de su rutina (vas a escuchar el texto dos veces)

¿Qué hace normalmente?

Toma nota de sus actividades. 

Después tienes que escribir un texto sobre tu rutina diaria. (Let op! in jouw tekst moet je minimaal 3 van de activiteiten van Alberto ook benoemen)

TAREA PARA ENTREGAR

TAREA PARA CASA

HAZ DE LAS FOTOCOPIAS LOS EJERCICIOS 1, 2 (PAG 5-6)

TOMA TU LAPTOP

ducharse

peinarse

vestirse

irse a la escuela

desayunar

almorzar

hacer los deberes

dormirse

despertarse

Yo ___ lavo la cara.

1. te
2. nos
3. se
4. me

Ella ____ despierta a las siete de la mañana.

1. te
2. nos
3. se
4. os

Nosotros ____ cepillamos los dientes.

1. nos
2. os
3. se
4. me

Ellas ___ peinan.

1. nos
2. se
3. me
4. te

Tú ___ acuestas a las diez de la noche.

1. nos
2. se
3. me
4. te

OBJETIVOS (DOELEN)

Je kunt  in Spaans vertellen wat in de week doet.

SUCCESCRITERIA

• Je kunt de kloktijd  zeggen.
• Je kent de structuur van de regelmatige werkwoorden.

• Je weet wat een wederkerende werkwoord is.
• Je kunt de wederkerende werkwoorden in een tekst herkennen en markeren.
• Je kunt de wederkerende werkwoorden  in korte en eenvoudige zinnen toepassen

6. De 9.15 a 14.00
__________.

tengo clases

7. Los martes por la
tarde________.

1. JUEGO AL BALONCESTO
2. JUEGO A EL BALONCESTO
3. JUEGO BALONCESTO
4. JUEGO EL BALONCESTO

8. Normalmente a
las 19.00 ______ con familia.

ceno

9. Finalmente ________
sobre las 23.00

me acuesto

OBJETIVOS (DOELEN)

Je kunt  een tekst in het Spaans schrijven waarin je vertelt over wat je in een week doet.

SUCCESCRITERIA

Je kunt de kloktijd vragen en zeggen.

Je kent de structuur van de
regelmatige werkwoorden.

Je kent minimaal 3 onregelmatige werkwoorden.

Je weet wat een wederkerende werkwoord is.