ser + nationaliteit

1 / 12
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

¿Que vamos a hacer hoy?
Quiz de números (0–30) y comida y bebidas
Practicar SER + DE
Trabajo independiente= Zelfstandig werken



Slide 2 - Slide

Wat is de Nederlandse vertaling van het werkwoord ser?
timer
0:20
SER

Slide 3 - Mind map

Koppel de juiste vertalingen aan elkaar!
timer
0:40
Ik ben
Jij bent
Hij/zij/u is
Wij zijn
Jullie zijn
zij/u zijn
él/ella/usted es
nosotros/nosotras somos 
yo soy
vosotros/vosotras sois
ellos/ellas/ustedes son
tú eres

Slide 4 - Drag question

Welke vervoeging staat er op de lege plek?
Mi madre __ muy simpática.
timer
0:15

Slide 5 - Open question

Welke vervoeging staat er op de lege plek?
Mis primos __ mexicanos.
timer
0:20

Slide 6 - Open question

Welke vervoeging staat er op de lege plek?
Mi hermano y yo __ holandeses.
timer
1:00

Slide 7 - Open question

¿De dónde eres
y cuál es tu nacionalidad?
timer
1:00
¿De dónde eres
y cuál es tu nacionalidad?

Slide 8 - Mind map

SER + DE
Wat betekent SER+ DE?



Slide 9 - Slide

SER + DE = zeggen waar iemand vandaan komt
SER= wie je bent (zijn)
De= waar je vandaan komt

Slide 10 - Slide

Formule om zinnen te maken
Pronombres personales + ser + de + land
Voorbeelden:
Yo soy de Holanda
eres de España.
Nosotros somos de Los Países Bajos.




Slide 11 - Slide

Huiswerk:
Terugblikken=
 Onbepaalde en bepaalde lidwoorden
Cijfer 0-50
Kleuren y la familia leren

Slide 12 - Slide