1.3 waarvoor zorgde de natuur

1 / 31
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

BASIS
KGT

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welk landschap wordt hieronder beschreven?
Gebied langs rivieren meestal met dijken en uiterwaarden. Er is veel grasland en je ziet er veel fruitbomen.

A
laagveenlandschap
B
rivierkleilandschap
C
hoogveenlandschap
D
lösslandschao

Slide 4 - Quiz

Welke landschap wordt hieronder beschreven?
Gebied met fijn stofzand en grote hoogteverschillen in Limburg.
A
zandlandschap
B
duinlandschap
C
hoogveenlandschap
D
lösslandschap

Slide 5 - Quiz

Welke landschap wordt hieronder beschreven?
Vlak landschap met rechte kanalen. Veel grasland en langgerekte dorpen.
A
laagveenlandschap
B
hoogveenlandschap
C
zandlandschap
D
rivierkleilandschap

Slide 6 - Quiz

Welke landschap wordt hieronder beschreven?
Landschap met grasland, akkerland en veel natuurgebied zoals bos en hei. Vaak heeft het hoogteverschillen.
A
lösslandschap
B
hoogveenlandschap
C
zandlandschap
D
laagveenlandschap

Slide 7 - Quiz

Hoe heet de strook strand en duinen met veel hoogteverschillen in het landschap?

Slide 8 - Open question

Welk landschap wordt hieronder beschreven?
Landschap dat open en vlak is en wordt beschermd met een dijk met grasland en akkerland.
A
rivierkleilandschap
B
zeekleilandschap
C
laagveenlandschap
D
zandlandschap

Slide 9 - Quiz

Hoe heet het open en vlakke landschap met dijken, veel grasland en water (sloten en plassen) en langgerekte dorpen?

Slide 10 - Open question

Welk kenmerk past zowel bij een zeekleilandschap als een duinlandschap?
A
duinen
B
geen hoogteverschillen
C
zand
D
strand

Slide 11 - Quiz

Welke landschappen hebben vaak hoogteverschillen?
A
hoogveenlandschap, zandlandschap, rivierkleilandschap.
B
hoogveenlandschap, lösslandschap, duinlandschap.
C
duinlandschap lösslandschap, zandlandschap.
D
duinlandschap, hoogveenlandschap, zandlandschap.

Slide 12 - Quiz

Wat zie je niet in het rivierkleilandschap maar wel in het hoogveenlandschap?
A
rechte kanalen
B
dijken
C
dorpen
D
water

Slide 13 - Quiz

In welke provincie in Nederland vind je lösslandschap ?

Slide 14 - Open question

Laag- en Hoog-Nederland
Kijk naar de kaart.
Welk landschap komt het meest voor in Laag Nederland?
Welk landschap komt het meest voor in Hoog Nederland?

Slide 15 - Slide

Welk landschap komt het meest voor in Laag Nederland?
en welk landschap komt het meest voor in Hoog Nederland?

Slide 16 - Open question

Wat gaan we deze les leren?
Door welke drie elementen uit de natuur, natuurlandschappen worden gevormd.



Slide 17 - Slide

Opvulling van de zee
Waar nu Nederland ligt, was miljoenen jaren geleden nog zee. Grote rivieren stroomden naar de zee en namen zand en grind uit de bergen mee.

Slide 18 - Slide

natuurlandschap
De zee werd langzaam opgevuld met dat grind en
zand. Zo werd de bodem van Nederland gevormd en
kwam ons land droog te liggen.

Slide 19 - Slide

Hoe noemen we een landschap dat alleen door de natuur is gevormd.

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Video

IJstijd
  • lange koude periode met veel ijs
  • Vanuit het noorden
    schoof de ijslaag tot halverwege ons land.
  • Als een
    bulldozer schraapte het ijs het zand en grind voor
    zich uit en legde het op een hoop.

Slide 22 - Slide

Welk deel van Nederland was tijdens de ijstijd NIET door ijs bedekt?
A
Zeeland
B
Groningen
C
Noord-Holland
D
Overijssel

Slide 23 - Quiz

De lange periode van hevige kou heet ...........

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Video

Wat heeft de ijstijd achtergelaten in Nederland?
A
heuvels
B
rivieren
C
ijs
D
hunebedden

Slide 26 - Quiz

HUN

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Door welke drie natuurelementen zijn natuurlandschappen gevormd?
A
water, wind, ijs
B
water, wind, lucht
C
water, wind, sneeuw
D
water, lucht, sneeuw

Slide 29 - Quiz

Grote stenen zijn neergelegd door het smelten van het ijs na de ijstijd. Hier werden hunebedden van gebouwd. Waar liggen de hunebedden in Nederland?
A
Noordoost - Nederland
B
Noordwest - Nederland
C
Zuidoost - Nederland
D
Zuidwest - Nederland

Slide 30 - Quiz

Afsluiten
Basis maken opdracht 1 t/m 7 blz. 18 t/m 20
Kader maken opdracht  1 t/m 7 blz. 20 t/m 22

Slide 31 - Slide