V1C Wonder les 1B: fictie en non-fictie, realistisch en niet realistisch




Wonder


fictie en non-fictie


1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson




Wonder


fictie en non-fictie


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van de les...

...weet je wat de leerdoelen zijn voor Wonder
... weet je  wat fictie of non fictie is
...weet je wat realistisch en niet realistisch is

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen Wonder

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen Wonder

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Inspiratie
Hoe kwam de schrijver van Wonder op het idee?  
Ze ging ooit met haar kinderen naar een ijssalon, waar haar zoontje een meisje met een ernstige gezichtsafwijking opmerkte. De jongen schrok van zijn aanblik en begon van angst te huilen. Palacio liep direct de ijssalon weer uit. Het voorval maakte diepe indruk op haar en zette haar ertoe aan een boek te schrijven. 
(Bron: IMDb)
Courtesy Courtney Vysocky

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Jouw oordeel (tot nu toe)

In de vorige lessen heb je gelezen in Wonder.
Hoe ver ben je ongeveer?

Je hebt vast al wel een mening over het boek (tot nu toe).

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kom erbij!

Met je echte naam


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ben jij het eens of oneens met deze uitspraak over Wonder?
Leg je antwoord uit.

'Pijnlijk en prachtig tegelijk.'

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

In tweetallen:
Overleg: eens of oneens met deze uitspraak over Wonder? 

'Pijnlijk en prachtig tegelijk!' De Morgen


Leg je antwoord uit.
timer
2:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

1. Ben jij het eens of oneens met deze uitspraak over het boek? Leg je antwoord uit.

'Dit moet je gelezen hebben.'

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Fictie en non-fictie
Fictie
  • Verzonnen verhalen over gebeurtenissen en mensen. Bedacht door de schrijver 

Non-fictie
  • Verhalen over de werkelijkheid, met feiten over (echte) mensen en (echte) gebeurtenissen. De schrijver heeft het niet bedacht/verzonnen. Het is echt gebeurd  en/of geeft informatie .

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Fictie en non-fictie
Fictie
Verzonnen  // Bedacht
Voorbeeld?

Non-fictie
Werkelijkheid // Feiten // Echt gebeurd // Informatie 
Voorbeeld?


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Fictie   || Non fictie

  • 🧬 biologieboek 🧫
  • 🌪️ weerbericht ⛈️
  • 👽 science fiction 🤖
  • 🥘 kookboek 🎂
  • 🦄 sprookje 🧚‍♂️

llustratie van John Tenniel uit Lewis Carrolls Alice's Adventures in Wonderland.
Dick Swaab – Wij zijn ons brein (bookfaced by Erik, 1ste Chr. Lyceum Haarlem, 2015)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Realistisch en niet-realistisch
Realistisch
  • Een schrijver verzint mensen en gebeurtenissen die erg lijken op de werkelijkheid, die echt zouden kunnen gebeuren

Niet-realistisch
  • Een schrijver verzint een verhaal met mensen en gebeurtenissen, die in werkelijkheid niet kunnen gebeuren. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 16 - Video

Fictie:
geschreven uit de fantasie van de schrijver.
- realistische
- niet realistisch

Non fictie:
Feiten. Niet verzonnen. Waarheid (uitgangspunt). Niet als amusement bedoeld
-informatieve boeken, agenda's, biografieën, studieboeken
Aan de slag!

Ga naar: Wonder les 1

Maak de opdrachten op de volgende slides.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions


A
fictie
B
non-fictie

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions



Is dit boek fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions


A
fictie
B
non-fictie

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions


A
fictie
B
non-fictie

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions


A
fictie
B
non-fictie

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions


A
fictie
B
non-fictie

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


A
fictie
B
non fictie

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions


A
fictie
B
non-fictie

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Een stripboek over Donald Duck
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions


Lesboek van Nederlands
A
fictie
B
non-fictie

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions




Wonder


fictie en non-fictie
-vervolg-


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

🤔 Doordenker 🤔

Voor volgende les

Kun je niet-realistische non-fictie hebben ?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Fictie   || Non fictie
Wat weet je nog?
  • 🧬 biologieboek 🧫
  • 🌪️ weerbericht ⛈️
  • 👽 science fiction 🤖
  • 🥘 kookboek 🎂
  • 🦄 sprookje 🧚‍♂️

llustratie van John Tenniel uit Lewis Carrolls Alice's Adventures in Wonderland.
Dick Swaab – Wij zijn ons brein (bookfaced by Erik, 1ste Chr. Lyceum Haarlem, 2015)

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Fictie en non-fictie
Fictie
  • Verzonnen verhalen over gebeurtenissen en mensen. Bedacht zijn door de schrijver (leesboek, stripverhaal, film, gedicht).

Non-fictie
  • Verhalen over de werkelijkheid, met feiten over (echte) mensen en (echte) gebeurtenissen. De schrijver heeft het niet bedacht/verzonnen. Het is echt gebeurd (krantenbericht, journaal) of geeft informatie (schoolboek).

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Realistisch en niet-realistisch
Realistisch
  • Een schrijver verzint mensen en gebeurtenissen die erg lijken op de werkelijkheid, die echt zouden kunnen gebeuren
Niet-realistisch
  • Een schrijver verzint een verhaal met mensen en gebeurtenissen, die in werkelijkheid niet kunnen gebeuren. 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Het weerbericht voor het komende weekend.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Geef aan of het fictie of non-fictie is.


Een aflevering van SpangaS.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

De gebruiksaanwijzing voor een spelcomputer.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Een lijst met uitstapjes voor in de herfstvakantie in het blad Zo zit dat.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Een gedicht op de website Poëziepaleis.nl.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Een tekst over de Franse Revolutie in een geschiedenisboek.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Lees tekst 1 op slide 36.
Verander de tekst zo, dat het fictie wordt.
(Je mag de tekst kopiëren en plakken in het antwoord)

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

                                                            Tekst 1
Bijzonder aanzoek
25 augustus- Op het Avontura College wilde een docent Nederlands zijn vriendin, collega-docent wiskunde op dezelfde school, op een originele manier ten huwelijk vragen. Hij huurde een grote kraan en liet zich in het bakje omhoog takelen tot voor het raam van het lokaal waar zijn vriendin op dat moment lesgaf aan een brugklas. Helaas pakte het anders uit. De kraan bleek niet goed te zijn vastgezet en viel om, boven op de school. Twee lokalen raakten ernstig beschadigd. Gelukkig vielen er geen gewonden en kon de docent ongedeerd uit het bakje klauteren. De wiskundedocente heeft 'ja' gezegd op het aanzoek.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Op tv worden ook programma's uitgezonden die niet duidelijk bij fictie of non-fictie horen, maar waarin deze twee vormen gemengd zijn.
1 Zoek op wat bedoeld wordt met een 'docusoap' en met'scripted reality'.
2 Zoek van beide soorten programma's een voorbeeld.
3 Leg in ongeveer honderd woorden het verschil uit tussen een docusoap en scripted
reality. Verwerk in j e uitleg de begrippen fictie en non-fictie.

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

afrondingsvraag

Kun je niet-realistische non-fictie hebben ?
timer
0:30

Slide 45 - Slide

This item has no instructions