Les 6 - persoonsvorm

Donderdag 8 september
Voorlezen Dex 

Opdrachten gisteren bespreken
Instructie 
Oefenen
Aan het werk

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Donderdag 8 september
Voorlezen Dex 

Opdrachten gisteren bespreken
Instructie 
Oefenen
Aan het werk

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Je weet wat de persoonsvorm is

Je kunt de persoonsvorm in een zin vinden


Slide 2 - Slide

Persoonsvorm

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm
Een zin heeft altijd een persoonsvorm

De persoonsvorm is altijd een werkwoord!

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm vinden
2 manieren:
  • de vraagproef
  • de tijdproef

Slide 5 - Slide

De vraagproef
Maak van de zin een vraag met precies dezelfde woorden:

Sem en Wouter trainen elke week.
Trainen Sem en Wouter elke week?

Het woord dat vooraan komt te staan is de persoonsvorm.

Slide 6 - Slide

De tijdproef
Ze de zin in een andere tijd:

Hij wordt met de auto naar huis gebracht.
Hij werd met de auto naar huis gebracht.

Het woord dat verandert, is de persoonsvorm.

Slide 7 - Slide

Even samen oefenen 

Slide 8 - Slide

Toeristen smullen van de griezelige verhalen.

De persoonsvorm is: …

Slide 9 - Open question

Waar ga jij naar toe op vakantie?

De persoonsvorm is: …

Slide 10 - Open question

In zijn vrije tijd gaat Kees graag crossfietsen.

De persoonsvorm is..

Slide 11 - Open question

Gisteren beantwoordde hij de brief.
De persoonsvorm is..........

Slide 12 - Open question

Nu zelf 

Slide 13 - Slide

Kinderen waarschuwden hun ouders.
_______________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 14 - Quiz

De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.
__________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 15 - Quiz


De leerlingen zwaaiden naar hun vrienden.
__________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 16 - Quiz

De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.
______
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 17 - Quiz


Is dat wel een goed idee?
___
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 18 - Quiz

Dus....
Een zin heeft altijd een persoonsvorm
De persoonsvorm is altijd een werkwoord

Je vindt de persoonsvorm door:
De zin in een andere tijd te zetten
De zin vragend te maken

Slide 19 - Slide

Aan de slag
Maken les 20 opdracht 3.4.5,7,8

Lesboek blz. 44 en 45

Klaar? Theorie doorlezen, woorden les 20, 5 en 6 doornemen

timer
15:00

Slide 20 - Slide

Sleep het werkwoord in het juiste vak.
PV
Geen PV
Ik HEB  een lolly gekocht.
Wij ZIJN naar de bioscoop geweest.
Ik heb een lolly GEKOCHT.
Wij zijn naar de bioscoop GEWEEST

Slide 21 - Drag question

Ik kan de persoonsvorm in een zin vinden...
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll