H1. Tegenwoordige tijd. taalverzorging

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 5
• Leerroute 6
• Leerroute 7

H1. Tegenwoordige tijd. taalverzorging

lesdoel

Aan het eind van de les kan ik de werkwoorden in de stam zetten. 

Aan het eind van de les kan ik werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen.

Schema tegenwoordige tijd.

ik	ik-vorm
Jij/u	ik-vorm+t
Hij/zij/het	ik-vorm+t
Wij	hele werkwoord
Jullie	hele werkwoord
Zij	hele werkwoord

voorbeeld

ik loop	ik-vorm
Jij/u loop t	ik-vorm+t
Hij/zij/het loop t	ik-vorm+t
Wij lopen	hele werkwoord
Jullie lopen	hele werkwoord
Zij lopen	hele werkwoord

Uitzonderingen

Bij bepaalde werkwoorden is het niet genoeg om -en eraf te halen.

denk aan de werkwoorden, geloven, reizen, lopen, schaken.

Wat is de ik-vorm van de volgende werkwoorden?

Zweven	ik ...........
wonen	ik.............
verliezen	ik...............
kajakken	ik..............

Jij vorm ( stam + t)

Als het werkwoord achter jij of je staat dan krijg je stam + t.

Jij loopt over straat

Jij fietst door het bos.

 

Jij ............ (werken)in de bouw

Jij ............(gamen) de hele dag

Uitzondering

Staat het hele werkwoord voor jij dan blijft alleen de ik-vorm over.

Loop jij over straat?

Fiets jij door het bos?

(Werken)..............jij in de bouw?

(Gamen)..........jij de hele dag?

Oefenen

De stam is de ik-vorm.
Wat is dan de stam van lopen?

1. loop
2. liep
3. lopen
4. loopt

De ik vorm van hebben is:

1. hebben
2. heb
3. hebb
4. geen klank

Wat is de stam van worden?

1. wordt
2. worden
3. word

Je schrijft stam + t:

1. bij de ik-vorm
2. bij de wij-vorm
3. bij de hij/ zij/ het-vorm
4. bij alle vormen in de tt

Hij (vissen) drie keer per week.

1. vis
2. visde
3. vist
4. vissen

_______ hij alles wel?

1. Beantwoordt
2. Beantwoorden
3. Beantwoordte
4. Beantwoord

(Worden) jij later brandeweerman?

1. word
2. werd
3. wordt
4. worden

Evaluatie

Wanneer? Stam +t?

Lesdoel behaald?

Wat was jouw inbreng?