les 4 termen oefenen

Medische termen: skelet
1 / 21
next
Slide 1: Slide
anatomie en fysiologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Medische termen: skelet

Slide 1 - Slide

Waaruit is de bekkengordel opgebouwd?
A
staartbeen, sesambeen, heiligbeen
B
Heilig been, staartbeen, 2 heupbeenderen
C
Heupbeenderen, ribben, bovenbeen

Slide 2 - Quiz

De schoudergordel verbindt de bovenarm met de romp en bestaat uit verschillende bot structuren. Welke structuur wordt aangegeven bij nummer 6?
A
Glenohumeraal gewricht
B
AC-gewricht
C
Scapula
D
Humerus

Slide 3 - Quiz

Wat is de symfyse?
A
Verbinding tussen het borstbeen en de ribben
B
stuitje
C
verbinding tussen de schaambeenderen
D
gewericht van een handwortelbeentje

Slide 4 - Quiz

Op de onderstaande afbeelding staat de clavicula in het rood aangegeven. Waar of niet waar.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Welk bot stuk zie je op de afbeelding?
A
Humerus
B
Radius
C
Tibia
D
Femur

Slide 6 - Quiz

Wat voor soort gewricht zit er tussen de middenhandsbeentjes en de vingerkootjes van de vingers, met uitzondering van de duim?
A
Kogelgewricht
B
Zadelgewricht
C
Scharniergewricht
D
Rolgewricht

Slide 7 - Quiz

Uit welke botten bestaat het kniegewricht?
A
Femur en tibia
B
Femur en fibula
C
Femur, tibia, fibula
D
Fibula en tibia

Slide 8 - Quiz

De schoudergordel verbindt de bovenarm met de romp en bestaat uit verschillende bot structuren. Welke structuur wordt aangegeven bij nummer 3?
A
Clavicula
B
Humerus
C
Scapula
D
AC-gewricht

Slide 9 - Quiz

Het gekleurde bot noemen we?
A
Femur
B
Tibia
C
Fibula
D
Radius

Slide 10 - Quiz

Hoe komt het dat het schoudergewricht
in vergelijking tot het heupgewricht
gemakkelijker uit de kom kan schieten?
A
Omdat de schoudergordel veel beweeglijker is dan de bekkengordel.
B
Omdat de druk die wordt uitgeoefend op het schoudergewricht veel kleiner is dan de druk op het heupgewricht.
C
Omdat de kom van het schoudergewricht waar de gewrichtskop van het opperarmbeen in zit, maar heel ondiep is.
D
Omdat er tussen de kom van het schoudergewricht en de gewrichtskop van het opperarmbeen maar heel weinig kraakbeen zit.

Slide 11 - Quiz

Je acromion is je....
A
Schouder top
B
schouder rand
C
schouder kom
D
schouder kop

Slide 12 - Quiz

De pijpbeenderen van de bovenste extremiteiten zijn?
A
humerus, radius, ulna
B
DRUP
C
Femur, tibia en fibula
D
humerus, tibia, raius

Slide 13 - Quiz

bekken
A
patella
B
pelvis
C
periost
D
palatum

Slide 14 - Quiz

Hoe heet het pols gewricht bestaande uit de radius en de ossa carpi in het latijn?
A
Art. ulnariscarpalis
B
Art. Radio-ulnaris
C
Art. Radiocarpea
D
Art. Polsaris

Slide 15 - Quiz

Wat vormt het schaambeen, samen met darmbeen en zitbeen?
A
de heupgordel
B
de bekkengordel
C
de heupbanden
D
de bekkenbanden

Slide 16 - Quiz


Wat wordt aangegeven met 2?
1
2
3
A
vertebrae
B
sternum
C
costae
D
clavicula

Slide 17 - Quiz

Hoe heet dit botstuk?
A
Tibia
B
Fibula
C
Humerus
D
Femur

Slide 18 - Quiz

De pijpbeenderen van de onderste extremiteiten zijn?
A
dijbeen, spaakbeen en kuitbeen
B
ellepijp, spaakbeen en opperarmbeen
C
opperarmbeen dijbeen en scheenbeen
D
dijbeen, scheenbeen en kuitbeen

Slide 19 - Quiz

De schoudergordel verbindt de bovenarm met de romp en bestaat uit verschillende bot structuren. Welke structuur wordt aangegeven bij nummer 4?
A
Humerus
B
Scapula
C
Glenohumeraal gewricht
D
AC-gewricht

Slide 20 - Quiz

Het art. humero-ulnaris is onderdeel van...
A
Schoudergewricht
B
Ellebooggewricht
C
Schoudergordel
D
Heupgewricht

Slide 21 - Quiz