This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Nederlands
B1H
28 mei
Slide 1 - Slide
Leesboek..
timer
10:00
Slide 2 - Slide
woordenschat talent 4.5
omschrijvingen en begrippen
Slide 3 - Slide
omschrijvingen
Een omschrijving van een woord staat in de buurt van het moeilijke woord en wordt soms met signaalwoorden aangegeven.
betekenen, heten, zogenaamd of dat wil zeggen.
vb. Bloedcirculatie betekent het rondstromen van het bloed in je lichaam.
Slide 4 - Slide
begrippen
In veel schoolboeken staan begrippen. Dit zijn woorden die extra belangrijk zijn voor de lesstof. Vaak zijn ze dik gedrukt of ze hebben een kleur. Meestal staat er een duidelijke omschrijving direct voor of achter het begrip.
vb. De wetenschap die stoffen en hun reacties onderzoekt, heet chemie.
Slide 5 - Slide
moeilijke woorden
Zo meteen krijg je verschillende begrippen en woorden te zien. Aan jullie de vraag om de juiste combinatie te maken.
Slide 6 - Slide
loopbaan, het werk in iemands leven
A
De instructie
B
professioneel
C
de carrière
D
het resultaat
Slide 7 - Quiz
alles zeggen wat je dwars zit
A
dat is hem op het lijf geschreven
B
je hart luchten
C
schamperen
D
ten teken dat
Slide 8 - Quiz
schamperen
A
minachtend, geringschattend opmerken
B
verdragen, doorstaan
C
erop lijkend, overeenkomstig
D
het is snel gedaan
Slide 9 - Quiz
het gebaar
A
actie die iets betekent
B
vaak, regelmatig
C
zinnen in de buurt van het woord
D
beweging van het lichaam
Slide 10 - Quiz
professioneel
A
betaald, met een contract
B
eerlijk zijn
C
Erg goed ergens in zijn
D
hard werkend
Slide 11 - Quiz
verschijnsel dat je door iets aan iets anders moet denken