Les 14 - Vuistregels en snelheid

Welkom bij wiskunde online!
Graag deelnemen aan de les door in een ander scherm lessonup.app te openen en met de code linksonderin inloggen.
Wat willen we deze week bereiken?
- Je kent de belangrijkste vuistregels.
- Je kunt berekeningen met tijd, afstand en snelheid maken.
- We gaan Pythagoras herhalen.
- We gaan een hoek berekenen met SosCasToa herhalen.

1 / 26
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij wiskunde online!
Graag deelnemen aan de les door in een ander scherm lessonup.app te openen en met de code linksonderin inloggen.
Wat willen we deze week bereiken?
- Je kent de belangrijkste vuistregels.
- Je kunt berekeningen met tijd, afstand en snelheid maken.
- We gaan Pythagoras herhalen.
- We gaan een hoek berekenen met SosCasToa herhalen.

Slide 1 - Slide

Wat willen we bereiken deze week?
- Je kent de belangrijkste vuistregels.
- Je kunt berekeningen met tijd, afstand en snelheid maken.

- We gaan Pythagoras herhalen.
- We gaan een hoek berekenen met SosCasToa herhalen.

Slide 2 - Slide

Wanneer heb je de toetsen in periode 2?
 Toetsweek
Tentamen over hoofdstuk 3.1, 3.2, 3.3 en 3.6 en 
heel hoofdstuk 5.


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Huiswerk deze week (25 opgaven)
Hoofdstuk 5
Opgaven 1 t/m 6 
Opgaven 13 t/m 15 
Opgaven 19 t/m 22
Opgaven 23 t/m 34

Slide 5 - Slide

OEFENOPGAVE Snelheid berekenen
Henk rent 2,9 km in 9:36.
a) Hoeveel meter rent Henk?
b) Hoeveel seconden doet Henk daarover?
c) Wat is zijn gem. snelheid in m/s (1 decimaal)?
d) Wat is zijn gem. snelheid in km/u?

Slide 6 - Slide

ANTWOORDEN Snelheid berekenen
Henk rent 2,9 km in 9:36.
a) 2,9 x 1000 = 2900 meter.
b) 9 x 60 + 36 = 576 seconden. 
c) 2900 : 576 = 5,0 m/sec.
d) 5,0 x 3,6 = 18 km/u.

Slide 7 - Slide

5A Vuistregels

Je fietst ongeveer 15 km/uur

Dus in 4,5 uur kun je ongeveer 15 x 4,5 = 67,5 km fietsen


Een deur is ongeveer 2 m. hoog


Een verdieping van een huis is ongeveer 3 m. hoog

Dus een huis met 3 verdiepingen is ong. 3 x 3 = 9 meter hoog

Slide 8 - Slide

De helft van alle Nederlanders gaat minimaal 1x per jaar bij McDonalds eten. Hoeveel mensen zijn dat?
A
Ongeveer 8,5 miljoen
B
Ongeveer 17 miljoen
C
Ongeveer 5,5 miljoen
D
Ongeveer 13 miljoen

Slide 9 - Quiz

Henk heeft 2,5 uur op een gemiddeld tempo gewandeld. Hoeveel km heeft hij ongeveer afgelegd?
A
20 km
B
8 km
C
12,5 km
D
Dat weet alleen Henk

Slide 10 - Quiz

Een flat met 20 verdiepingen is ongeveer ....
A
40 meter hoog
B
100 meter hoog
C
80 meter hoog
D
60 meter hoog

Slide 11 - Quiz

5B/5C Eenheden van lengte, oppervlakte, inhoud en gewicht

Gewicht:



Oppervlakte:



Inhoud:

Slide 12 - Slide

5,04 km = ... m.
A
50,4
B
504
C
5 040
D
50 400

Slide 13 - Quiz

3,2 m² = ... cm².
A
32
B
320
C
3 200
D
32 000

Slide 14 - Quiz

650 liter = ... m³.
A
0,65
B
650
C
6,5
D
65 000

Slide 15 - Quiz

55 gram = ... kg.
A
550
B
0,55
C
0,055
D
55 000

Slide 16 - Quiz

5D/5E/5F Eenheden van informatie, tijd en snelheid
1 jaar = 365 dagen     1 dag = 24 uur     1 uur = 60 minuten     enz.

15 m/s = 15 x 3,6 = 54 km/uur

120 km/u = 120 : 3,6 = 33,3 m/s

Jan loopt 5 km in 21 minuten. Dat is 5000 : (21x60) = 3,97 m/s

Slide 17 - Slide

Hoeveel seconden zitten er in 3 uur?
A
12 x 3 x 60
B
60 x 60 x 3
C
3 x 100 x 100
D
3 x 3600 x 10

Slide 18 - Quiz

Mevrouw Jansen loopt 5 km in 22 minuten . Hoeveel m/s is dat?
A
5000 : (22x60) = 3,8 m/s
B
50 : 22 = 2,3 m/s
C
5000 : 60 : 60 = 1,4 m/s
D
5 x 3,6 = 18 m/s

Slide 19 - Quiz

Mevrouw Jansen loopt dus 3,8 m/s. Hoeveel km/u is dat?
A
10 x 3,8 : 3,6 = 10,6 km/u
B
3,8 x 3,8 = 14,4 km/u
C
3,8 x 3,6 = 13,7 km/u
D
Dit is te ingewikkeld!

Slide 20 - Quiz

Voorbeeld: Hoeken berekenen met goniometrie 

Hoek B = tan⁻¹ (5:13) = 21°         Hoek I = sin⁻¹ (12:20) = 37°

Hoek F en E kun je niet op deze manier berekenen, want er zit geen rechte hoek in

driehoek DEF.

Slide 21 - Slide


Slide 22 - Open question

Uitwerkingen van hoek A, hoek M en hoek Q.




Hoek A = sin⁻¹ (5:12) = 25 graden
Hoek M = cos⁻¹ (6:8) = 41 graden
Hoek Q = tan⁻¹ (15:8) = 62 graden

Slide 23 - Slide

3.1 Zijden berekenen met Pythagoras

Bereken de afstand tussen punt A (-3,6) en B (2,3).


Bepaal eerst hoe lang de twee korte zijdes zijn en

dan kun je de lange zijde (AB) uitrekenen.


Dus        (32 + 52) = 5,8 cm





Slide 24 - Slide


Slide 25 - Open question

Uitwerking van het berekenen van zijde AB

Eén korte zijde is 5 cm en de lange zijde is 8 cm.

De andere korte zijde (AB) is dan   

     (8- 52) = 6,2 cm





Slide 26 - Slide