Herhaling 4.1

Hoofdstuk 4  VERZEKEREN
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4  VERZEKEREN

Slide 1 - Slide

Waarom hebben mensen een verzekering afgesloten?

Slide 2 - Open question

Wat is verzekeren?

Slide 3 - Open question

Wat is een polis?
A
Een overzicht van de kosten voor een verzekering.
B
Een bewijsstuk van de verzekering.
C
Een brief voor de belastingdienst
D
Een bewijs van uitbetaling

Slide 4 - Quiz

Wie maakt de polis?
A
De verzekeraar
B
De bank
C
de Nederlandse Staat
D
de verzekerde

Slide 5 - Quiz

Wie betaalt de premie?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde

Slide 6 - Quiz

Een ander woord voor verzekeringsmaatschappij is ...
A
verzekeraar.
B
verzekerde.

Slide 7 - Quiz

Wie betaalt het eigen risico?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde
C
de overheid
D
de bank

Slide 8 - Quiz

Wat is een polis?
A
Verzekeringsbewijs
B
Iemand uit Polen
C
Verzekeraar
D
Verzekerde

Slide 9 - Quiz

Polis & Premie
Bedrag dat je voor een verzekering moet betalen.
Het bewijs dat je de verzekering hebt afgesloten.
Premie
Polis

Slide 10 - Drag question

Ik verzeker mijn telefoon.
Ik ben dan de.....
A
verzekeraar
B
verzekerde

Slide 11 - Quiz

Uit welke 3 onderdelen bestaan de verzekeringskosten?

Slide 12 - Open question

Wat is geen voorbeeld van een onzeker voorval?
A
inbraak
B
ongeluk
C
zelf vernielen
D
blikseminslag

Slide 13 - Quiz

De verzekeraar is
A
De maatschappij die iemand verzekert.
B
De persoon die verzekerd is.
C
Het bedrag dat jij bij schade van een verzekeringsmaatschappij krijgt.
D
Het bedrag dat jij aan een verzekeringsmaatschappij moet betalen.

Slide 14 - Quiz

De assurantiebelasting wordt berekend over
A
de premie
B
de poliskosten
C
premie + poliskosten
D
premie + poliskosten + verzekeringskosten

Slide 15 - Quiz

Bij de AVP is de aansprakelijkheid van jongeren afhankelijk van hun leeftijd. Wie is aansprakelijk voor een jongere met de leeftijd van 15 jaar?
A
Ouders
B
Ouders, tenzij zij het echt niet konden verhinderen
C
Jijzelf

Slide 16 - Quiz

Een verzekering sluit je af als je kans hebt op ................             
en je wilt dat het vergoed wordt door de verzekering.

Verzekeren is het overnemen van de ..................................                              
van een schade van een verzekerde door een verzekeraar. 
Een  ............................................   noem je ook wel een verzekeringsmaatschappij.

De .................................... is degene die een verzekering afsluit bij een verzekeraar. 

De ............................................. is het bedrag dat je voor de verzekering moet betalen.
verzekerde
financiële gevolgen
verzekeraar
premie
schade

Slide 17 - Drag question

3b.De poliskosten zijn € 4,50 en de assurantiebelasting is 21%.
Bereken wat de totale verzekeringskosten zijn voor Erik.

Slide 18 - Open question

Je premie is €70. De poliskosten zijn €4,50. De assurantiebelasting is 21%. Wat zijn de verzekeringskosten?

Slide 19 - Open question

Polis
Premie
Uitkering
Verzekeraar
Verzekerde

Slide 20 - Drag question

Een verzekering sluit je af als je kans hebt op ................             
en je wilt dat het vergoed wordt door de verzekering.

Verzekeren is het overnemen van de ..................................                              
van een schade van een verzekerde door een verzekeraar. 
Een  ............................................   noem je ook wel een verzekeringsmaatschappij.

De .................................... is degene die een verzekering afsluit bij een verzekeraar. 

De ............................................. is het bedrag dat je voor de verzekering moet betalen.
verzekerde
financiële gevolgen
verzekeraar
premie
schade

Slide 21 - Drag question

Leerdoel 23

Hogere premie

Lagere premie
jonge bestuurder
waardevol object
hoger eigen risico
rieten dak
Amsterdam
Terschelling
alleenstaande
groot gezin

Slide 22 - Drag question