Taal Thema 4 week 3 les 11a en b

Les 4 Sterke en zwakke werkwoorden
Doel:
Je kunt aanhalingstekens op de juiste manier gebruiken in zinnen en bij woorden.
Zoals:
"Wat groeien jullie hard in Snappet", zegt de juf.
Les 11a en 11b: woordenschat
Doel: Ik weet de betekenis van onderstaande 12  
         woorden en kan deze toepassen in een zin.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 4 Sterke en zwakke werkwoorden
Doel:
Je kunt aanhalingstekens op de juiste manier gebruiken in zinnen en bij woorden.
Zoals:
"Wat groeien jullie hard in Snappet", zegt de juf.
Les 11a en 11b: woordenschat
Doel: Ik weet de betekenis van onderstaande 12  
         woorden en kan deze toepassen in een zin.

Slide 1 - Slide

Betekenis 'alsmaar'

Slide 2 - Slide

Betekenis 'amper'

Slide 3 - Slide

Betekenis 'behoren tot'

Slide 4 - Slide

Betekenis 'in verband met'

Slide 5 - Slide

Betekenis 'enigzins'

Slide 6 - Slide

Betekenis 'inmiddels'

Slide 7 - Slide

Betekenis 'de nadruk leggen op'

Slide 8 - Slide

Betekenis 'vandaar'

Slide 9 - Slide

Betekenis 'met behulp van'

Slide 10 - Slide

Betekenis 'willekeurig'

Slide 11 - Slide

Betekenis 'mega'

Slide 12 - Slide

Betekenis 'onafscheidelijk'

Slide 13 - Slide

Wat is de betekenis van
'enigzins'?
A
niet
B
een beetje
C
heel erg
D
daarom

Slide 14 - Quiz

Wat is de betekenis van
'in verband met'?
A
horen bij
B
intussen
C
vanwege
D
door

Slide 15 - Quiz

Aan de slag!
Wat moet je doen?
- les 11a; opgave 2 
- les 11b; 1 t/m 7
- werk verder in de +
Je bent in totaal 30 min. met taal op Snappet bezig

timer
30:00

Slide 16 - Slide