zwakke werkwoorden verleden tijd

Die Schwachen Verben im Präteritum
(onvoltooid verleden tijd)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Die Schwachen Verben im Präteritum
(onvoltooid verleden tijd)

Slide 1 - Slide

Endungen
ich
-te
wohn-te
du
-test
wohn-test
er/sie/es
-te
wohn-te
wir
-ten
wohn-ten
ihr
-tet
wohn-tet
sie/Sie
-ten
wohn-ten

Slide 2 - Slide

Stamm auf -d oder -t?

Slide 3 - Slide

Endungen
ich
-ete
arbeit-ete
du
-etest
arbeit-etest
er/sie/es
-ete
arbeit-ete
wir
-eten
arbeit-eten
ihr
-etet
arbeit-etet
sie/Sie
-eten
arbeit-eten

Slide 4 - Slide

Voltooid deelwoord
GE- STAM WERKWOORD -T
GE- KAUF -T    =      GEKAUFT
GE- WERKWOORD MET STAM OP -D/-T -ET
GE- ANTWORT -ET  =       GEANTWORTET
GE- MELD -ET  =        GEMELDET

Slide 5 - Slide

Er (fragen) warum ich seinen Wünsch nicht erfüllte.

Slide 6 - Open question

Warum (lauten) die Glocken gestern?

Slide 7 - Open question

Das neue Fahrrad (kosten) €300,-.

Slide 8 - Open question

Ich (folgen) den Weg nach Hause.

Slide 9 - Open question

Er (brauchen) ein Wörterbuch für die Übersetzung.

Slide 10 - Open question

Waar moet je om denken bij de verleden tijd van werkwoorden waarvan de stam op een -d of op een -t eindigt?
A
laatste letter is een -t
B
die krijgen altijd een extra -e
C
Altijd met een hoofdletter
D
alleen bij du, er/sie/es en ihr een extra -e

Slide 11 - Quiz

(Hören) du morgens die Vögel?

Slide 12 - Open question

(Holen) ihr den Koffer mit dem Taxi?

Slide 13 - Open question

(Lernen) sie (mz) die Verben?

Slide 14 - Open question

Ja, sie (ez) (üben) immer sehr laut.

Slide 15 - Open question

Wir (machen) Urlaub in Spanien.

Slide 16 - Open question

Der Hund (bellen) gestern auch schon.

Slide 17 - Open question

Das Präteritum der schwachen Verben finde ich:
A
Einfach
B
Es geht
C
Schwer
D
Wie bitte?

Slide 18 - Quiz