mavo4 th.6 transport H2 De bloedsomloop en het hart

Thema transport
BS 2 - De bloedsomloop en het hart 
1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema transport
BS 2 - De bloedsomloop en het hart 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Grote bloedsomloop


Afgeven zuurstof aan organen

Opname koolstofdioxide van de organen

Hart,  -> organen -> hart, 

Slide 6 - Slide

vragen (alleen of groepje) 5min
bespreken met boek erbij.

1. Doel van de kleine bloedsomloop
2. Route kleine bloedsomloop
3. Doel van de grote bloedsomloop
4. Route grote bloedsomloop
5. Wat versta je onder gaswisseling? 
6. Waar vindt gaswisseling plaats?

Slide 7 - Slide

De kleine en grote bloedsomloop vervoeren o.a.
zuurstof en koolstofdioxide.
Welke uitspraak is waar?
A
Kleine bloedsomloop vooral zuurstofrijkbloed
B
Grote bloedsomloop vooral zuurstofarmbloed
C
Kleine & grote bloedsomloop zowel zuurstofrijk als -arm
D
Overal zit evenveel zuurstof in het bloed

Slide 8 - Quiz

Zet de onderdelen van de KLEINE bloedsomloop in de juiste volgorde
Linker boezem
Longen
Rechter kamer

Slide 9 - Drag question

Zet de onderdelen van de GROTE   bloedsomloop in de juiste volgorde
Organen
Linker kamer
Rechter boezem

Slide 10 - Drag question

Wat betekent het begrip dubbele bloedsomloop?
A
De weg die het bloed aflegt door het lichaam
B
Het bloed gaat 2x door het hart
C
Het bloed gaat van het hart naar de longen
D
Het bloed gaat van het hart naar de organen

Slide 11 - Quiz

Grote bloedsomloop: Vul de onderdelen van de grote bloedsomloop in de juiste volgorde. 

Zuurstofrijk en zuurstofarm maar 1x gebruiken in het 1e bloedvat waarvoor dit geldt.
Start met de ruimte van waaruit het bloed uit 
het hart stroomt.
1
2
3
4
5
6
7
linkerboezem 

lichaamshaarvaten in organen 

aders 

linkerkamer 

aorta 

rechterboezem 

rechterkamer 

zuurstofrijk 

zuurstofarm 

holle ader 

slagaders 

Slide 12 - Drag question

Kleine bloedsomloop: Vul de onderdelen van de kleine bloedsomloop in de juiste volgorde.

Start met de ruimte van waaruit het bloed naar uit het hart stroomt.
Zuurstofrijk en 
zuurstofarm maar 1 keer
gebruiken in het 
1e bloedvat waarvoor 
dit geldt.
1
2
3
4
5
linkerboezem 

longhaarvaten 

longslagader 

linkerkamer 

longader 

rechterboezem 

rechterkamer 

zuurstofrijk 

zuurstofarm 

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 20 - Drag question

Waar liggen de kransslagaders?
A
In je hoofd
B
In je longen
C
In je hart
D
In je benen

Slide 21 - Quiz

Wat scheidt de linker- en rechter harthelft?
A
Hart-tussenvlies
B
Hart-tussenspier
C
Hart-wand
D
Hart-tussenwand

Slide 22 - Quiz

Waar zitten de hartkleppen?
A
Tussen de linker - en de rechterhelft van het hart
B
Tussen het hart en de aorta en longslagader
C
Tussen de boezems en kamers in het hart
D
In de aders die naar het hart toelopen

Slide 23 - Quiz

Zitten de boezems boven of onder in het hart?
A
boven
B
onder

Slide 24 - Quiz

Hoe heet letter S ?
A
Longslagader
B
longader
C
holle ader
D
aorta

Slide 25 - Quiz

Hoe heet letter T ?
A
Longslagader
B
longader
C
kransslagader
D
aorta

Slide 26 - Quiz

Hoe heet letter U ?
A
Longslagader
B
longader
C
kransslagader
D
aorta

Slide 27 - Quiz

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten

welk punt geeft een kransslagader aan?

Slide 28 - Drag question

Hoe heet letter Q ?
A
Longslagader
B
longader
C
kransslagader
D
aorta

Slide 29 - Quiz

Hoe heet letter R ?
A
Longslagader
B
longader
C
holle ader
D
aorta

Slide 30 - Quiz

Oefenen het hart
Oefen HIER de bouw van het hart

Oefen HIER de bouw van het hart (buitenkant)

Oefen HIER de volgorde van de bloedvaten

Slide 31 - Slide

les 2 werking van het hart

Slide 32 - Slide

0

Slide 33 - Video

Hartslag
  1. Samentrekken van de boezems
  2. Samentrekken van de kamers
  3. Hartpauze

Slide 34 - Slide

Werking van het hart: Hartfasen
Bloeddruk ontstaat door samentrekken van het hart

1. Bloed komt het hart binnen via de boezems. 
2. Bloed stroomt naar de kamers door samentrekken van de boezems.
3. Bloed wordt weggepompt door de kamers.






Slide 35 - Slide

Samentrekken van de boezems
  • De boezems trekken samen
  • Bloed stroomt naar de kamers
  • De hartkleppen zijn open
  • De halvemaanvormige kleppen zijn dicht

Slide 36 - Slide

Samentrekken van de kamers
  • De kamers trekken samen
  • De hartkleppen zijn dicht
  • De druk in de kamers stijgt
  • De halvemaanvormige kleppen gaan open
  • Het bloed stroomt de aorta en longslagaders in

Slide 37 - Slide

Hartpauze
  • Kamers en boezems zijn ontspannen
  • Bloed stroomt vanuit holle aders en longaders naar de boezems en kamers
  • Hartkleppen zijn open
  • Halve maanvormige kleppen zijn dicht

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Als de kamers samentrekken gaat het bloed naar...
A
De longader en aorta
B
De longslagader en de aorta
C
De longslagader en longader
D
De aorta en onderste holle ader

Slide 42 - Quiz

Wat voor een nut hebben de hartkleppen en halvemaanvormige kleppen?

Slide 43 - Open question

Hartpauze, bloed stroomt het hart in
vanuit de aders.
De boezems trekken samen, 
bloed gaat de kamers in.
De kamers trekken samen, 
bloed gaat de slagaders in.

Slide 44 - Drag question

Werking van het hart: Hartfasen
Omschrijf de stappen met je eigen woorden!
Gebruik de woorden:
- holle ader/longader
- boezems
- kleppen
- kamers
- aorta/longslagader

Begin met de boezems!




Slide 45 - Slide