Past Simple , Present Perfect, en Past Continuous

U1: SB 4.1  Past tenses.
Uitleg en oefeningen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3,4

This lesson contains 35 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

U1: SB 4.1  Past tenses.
Uitleg en oefeningen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Oefening
De oefeningen op de volgende pagina's laten je oefenen met de present perfect en past simple.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Link

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Om verwarring te voorkomen.
Simple past en past simple zijn hetzelfde

Past Continuous en Past Progressive zijn ook hetzelfde.
Het zijn slechts andere woorden voor hetzelfde.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Slide 26 - Slide

Ontkenningen-negations
Ontkenningen heten negations in het Engels.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Ontkenningen in de Present Simple
Ontkeningen maak je in de Present Simple met:
He, she, it (the boy, the girl etc) doesn't en heel werkwoord.
He lives in Roosendaal. He doesn't live in Roosendaal.

We, you, they, I don't en heel werkwoord.
We live in Breda. We don't live in Breda.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link

Test yourself
On the next pages, you can test yourself.
Present Perfect and Past simple.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Link

Slide 35 - Link