Herhaling paragraaf 7.1, H6, H8 en ic, koopkracht en CPI

Herhaling hoofdstuk 6 + indexcijfers, CPI en koopkracht
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling hoofdstuk 6 + indexcijfers, CPI en koopkracht

Slide 1 - Slide

Hoe noemen we de prijs waarbij vraag en aanbod precies aan elkaar gelijk zijn?

Slide 2 - Open question

Het aantal consumenten van Fanta Cassis neemt toe.

Wat gebeurt er met de vraaglijn van Fanta Cassis?
A
Die gaat naar rechts, want de vraag neemt af.
B
Die gaat naar rechts, want de vraag neemt toe.
C
Die gaat naar links, want de vraag neemt af.
D
Die gaat naar links, want de vraag neemt toe.

Slide 3 - Quiz

Hoe noemen we het jaar waarin het indexcijfer ALTIJD 100 is?

Slide 4 - Open question

Indexcijfers van de winst:
- 2017: 104,7
- 2018: 105,2

In 2017 was de winst € 356 miljard. 2015 was het basisjaar. Bereken de winst voor 2018.
A
€ 357,7 miljard
B
€ 357,8 miljard
C
€ 374,5 miljard
D
€ 374,6 miljard

Slide 5 - Quiz

Welke functie is de aanbodfunctie?
A
... = -5P + 40
B
... = 5P - 20

Slide 6 - Quiz

Jaar 1: nominaal inkomen -3%, prijzen +1,5%
Jaar 2: nominaal inkomen +5%, prijzen +2,5%

Twee beweringen:
1. In jaar 1 is de koopkracht toegenomen
2. In jaar 2 is de koopkracht toegenomen
Welke bewering(en) is/zijn juist?

A
Beide zijn juist
B
1 is juist en 2 is onjuist
C
1 is onjuist en 2 is juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 7 - Quiz

Bereken de (afgeronde) consumentenprijsindex (CPI)


A
110,1
B
92,9
C
102,0
D
127,9

Slide 8 - Quiz

Herhaling paragraaf 7.1 + paragraaf 8.1 t/m 8.3

Slide 9 - Slide

Welk begrip hoort hierbij?

Een verzekerde gaat zich roekeloos/onvoorzichtig gedragen, omdat hij weet dat de verzekeraar toch wel betaalt.

Slide 10 - Open question

Het aantal verzekerden bij een verzekering neemt toe met 40%. Wat gebeurt er met de premie?
A
Deze gaat omhoog.
B
Deze gaat omlaag.
C
Deze blijft gelijk.

Slide 11 - Quiz


Hoe kan een verzekeraar moreel wangedrag voorkomen?

A
risicospreiding
B
eigen risico invoeren
C
acceptatieplicht
D
asymmetrische informatie invoeren

Slide 12 - Quiz

Wat is geen voordeel van een eigen risico bij een verzekering?
A
De premie is lager
B
Het gaat moreel wangedrag tegen
C
Het risico op schade is kleiner
D
De uitkering wordt hoger

Slide 13 - Quiz

Een verzekering voor de wettelijke aansprakelijkheid van automobilisten heeft te maken met een gemiddelde schade van € 3.000 per gebeurtenis. De verzekeringsmaatschappij heeft 40.000 verzekerden. Per jaar claimt slechts 1 op de 20 verzekerden een schade. Ga er bij de berekeningen van uit dat de maatschappij zelf niets verdient.

Hoe hoog moet de premie per jaar zijn om deze kosten te dekken?
A
€ 150
B
€ 300
C
€ 1.500
D
€ 3.000

Slide 14 - Quiz

Een extern effect is een gevolg van consumptie en productie dat de welvaart van anderen positief/negatief beïnvloedt en dat niet in de ... van het product wordt meegenomen.

Slide 15 - Open question

Om financieel zelfredzaam te kunnen zijn hebben mensen voldoende kennis nodig van financiële zaken.

Over welk onderwerp gaat deze kennis niet?
A
De miljoenennota
B
Huizen en hypotheken
C
Verzekeringen
D
Erfenissen

Slide 16 - Quiz

In 2022 vond het WK-voetbal plaats in Qatar. Is de volgende stelling juist of onjuist?

Het houden van het WK-voetbal heeft een positief extern effect op de supermarkten in Qatar gehad.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Collectieve verzekeringen zijn bedoeld om inkomensverlies op te vangen of om de kosten voor de verzekerden te vergoeden.

Welk van onderstaande verzekeringen is een collectieve verzekering?
A
overlijdensrisicoverzekering
B
reisverzekering
C
AOW-uitkering
D
zorgverzekering

Slide 18 - Quiz

Averechtse selectie kan een verzekeraar voorkomen door:
A
risicospreiding
B
acceptatieplicht
C
premiedifferentiatie
D
moreel wangedrag

Slide 19 - Quiz

In een wijk in Breda worden geregeld kliko’s (vuilcontainers) gestolen of vernield. De wijkraad besluit hiervoor een onderlinge verzekering te starten. De voorzitter van de wijkraad heeft vernomen dat de prijs van een nieuwe kliko € 120 bedraagt. Bij de 500 huishoudingen die er zijn werden er 35 kliko’s gestolen en/of vernield. Tijdens de vergadering besluiten 50 huishoudingen niet mee te doen met de verzekering. De kans dat een kliko gestolen of vernield wordt, is bij mensen die zich aangesloten hebben bij de onderlinge verzekering net zo groot als bij mensen die zich daar niet bij aangesloten hebben.

Bereken de jaarpremie die een huishouden moet betalen.
A
€ 7,60
B
€ 8,40
C
€ 9,33
D
€ 10,20

Slide 20 - Quiz