H1.3 les 6 Stolcurve

H1 Stoffen en materialen
Les 6
stolcurve

NOVA 3V H1.3
1 / 28
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1 Stoffen en materialen
Les 6
stolcurve

NOVA 3V H1.3

Slide 1 - Slide

Aan het eind van deze les kun je...
  • uit de temperatuurverandering tijdens fase-overgang afleiden of een stof zuiver of een mengsel is (kookpunt/kooktraject, stolpunt/stoltraject)
  • grafieken tekenen van gegevens in Excel
  • een onderzoek opdelen in:
     onderzoeksvraag - waarnemingen - verwerking - conclusie

Slide 2 - Slide

Zuivere stof
bij een zuivere stof heb je een: smeltpunt/ stolpunt of kookpunt > tijdens de fase-overgang blijft de temperatuur constant
Verklaar op microniveau waarom T tijdens smelten niet verandert

Slide 3 - Slide

Mengsel

Stoltraject
Mengsel
bij een mengsel heb je een: smelttraject/ stoltraject of kooktraject > tijdens de fase-overgang is de temperatuur niet constant
Geef een verklaring op microniveau waarom T tijdens het stollen daalt

Slide 4 - Slide

Bij welke temperatuur ligt het stolpunt van deze vloeistof?
A
400 graden
B
250 graden
C
100 graden
D
Kun je niet zeggen

Slide 5 - Quiz

Bij welke temperatuur bevindt zich het stoltraject van de vloeistof?
A
2800 - 1800 °C
B
1800 - 980 °C
C
980 - 450 °C

Slide 6 - Quiz

extra uitleg
op de volgende dia vind je in de gedeelde les een filmpje waarin de grafieken van een smelt/kookpunt en een smelt/kooktraject nog eens worden uitgelegd

Slide 7 - Slide

0

Slide 8 - Video

Onderzoek aan kaarsvet
Kaarsen zijn gemaakt van zuiver stearinezuur of een 
mengsel van stearinezuur en palmitinezuur. 
We bekijken klassikaal twee filmpjes van het stollen 
van twee soorten kaarsvet (B en C). 


Onderzoeksvraag: Zijn de twee soorten kaarsvet zuivere stoffen of mengsels?

Slide 9 - Slide

DEMO Stolcurve 
We bekijken klassikaal twee filmpjes van het stollen van kaarsvet (B en C). Maak in Excel een tabel om de waarnemingen te noteren:

tijd (min
TB (°C)
TC (°C)
1
2
3
...t/m 20

Slide 10 - Slide

DEMO Stolcurve 
We bekijken klassikaal twee filmpjes van het stollen van kaarsvet (B en C).
Maak in Excel een tabel om de waarnemingen te noteren:

Let tijdens het stollen op de verandering van:
  • de fase
  • de temperatuur
tijd (min
TB (°C)
TC (°C)
1
2
3
...t/m 20

Slide 11 - Slide

Verwerking: stoldiagram tekenen
Maak van de gegevens in je tabel een grafiek.

--> voorbeeldgrafieken zijn figuur 2 (blz 19) en figuur 3 (blz 25)
--> grafiekpapier vind je op blz 176



timer
5:00

Slide 12 - Slide

Verwerking: stoldiagram tekenen
Maak van de gegevens in je tabel een grafiek in Excel



timer
5:00

Slide 13 - Slide

Stoldiagram tekenen
timer
5:00

Slide 14 - Slide

Conclusie
conclusie = antwoord op de onderzoeksvraag

  • met de waarnemingen (tabel) maak je een grafiek
  • teken de lijnen van kaarsvet A en kaarsvet B
     in één grafiek met 2 verschillende kleuren
  • de grafiek geeft de informatie voor het antwoord op de onderzoeksvraag 

Slide 15 - Slide

Onderzoeksvraag: Is het onderzochte kaarsvet een zuivere stof of een mengsel?
Conclusie:
kaarsvet B is .............., omdat ......(licht toe met je waarnemingen)
kaarsvet C is .............., omdat ......(licht toe met je waarnemingen)

Slide 16 - Slide

leerdoelencheck Onderzoek doen
Voorbeeld van practicumverslag
Onderzoeksvraag:
Lost suiker op in warme thee?
Waarneming: Een schep suiker wordt in een kop thee gedaan en goed geroerd. De suiker lost op, roeren versnelt dus het oplossen.
Conclusie:
Thee is een roodbruine vloeistof.
1. Is de conclusie juist?

2. Is "de suiker lost op" een waarneming of een conclusie?

3. "roeren versnelt het oplossen" = een conclusie Welke onderzoeksvraag past hierbij?

Slide 17 - Slide

Eigen werk
  • Lees blz 22 t/m 27 goed door
  • Leer de betekenis van de blauwe woorden (zie blz 54+55)
  • Maak opgave 2 en 8 van H1.3

Slide 18 - Slide

Terugblik op vorige les......

Slide 19 - Slide

Soorten mengsels




enzovoort voor alle zes de soorten mengsels
nr.
naam
gemengde stoffen
helder of troebel
homogeen of heterogeen
1
oplossing
vloeistof +
vaste stof of vloeistof of gas
helder
homogeen
2
suspensie
vloeistof + vaste stof
troebel
heterogeen
3
emulsie
vloeistof + vloeistof
troebel (na schudden)
heterogeen

Slide 20 - Slide

Soorten mengsels




enzovoort voor alle zes de soorten mengsels
nr.
naam
gemengde stoffen
helder of troebel
homogeen of heterogeen
4
gasmengsel
gas + gas
helder
homogeen
5
nevel
fijn verdeelde vloeistof  in gas
niet helder
heterogeen
6
rook
fij verdeelde vast stof in gas
niet helder
heterogeen

Slide 21 - Slide

Welk soort mengsel is dit?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 22 - Quiz

Welk mengsel is altijd helder?
A
suspensie
B
oplossing
C
emulsie
D
emulgator

Slide 23 - Quiz

Water gemengd met zand is een
A
suspensie
B
emulsie
C
oplossing

Slide 24 - Quiz

Hoe heet het mengsel van een vloeistof in een gas?
A
schuim
B
rook
C
oplossing
D
nevel

Slide 25 - Quiz

Met het deeltjesmodel kun je de faseovergangen verklaren.

Wat is het belangrijkste verschil tussen de moleculen in een vloeistof en in een gas?

A
In een vloeistof hebben de moleculen een vaste plaats.
B
In een vloeistof zitten de moleculen dichter op elkaar
C
In een vloeistof zijn de moleculen groter.
D
In een vloeistof zijn de moleculen kleiner.

Slide 26 - Quiz

Sleep de woorden en figuren naar de juiste plek.
kookpunt
smeltpunt

Slide 27 - Drag question

Aceton heeft bij standaard druk een kookpunt van
56 °C en alcohol een kookpunt van 78 °C.

Geef een verklaring op microniveau van dit verschil.
A
In aceton trekken de moleculen elkaar minder sterk aan
B
In aceton bewegen de moleculen sneller
C
In aceton is de afstand tussen de moleculen kleiner
D
Moleculen aceton zijn groter dan moleculen alcohol

Slide 28 - Quiz