4.2 Welzijn

4.2 Welzijn
Open je boek op blz. 178 & pak je schrift erbij.
1 / 27
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

4.2 Welzijn
Open je boek op blz. 178 & pak je schrift erbij.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze les?
  • Rood woord: begrip
  • Blauwe tekst: aantekening
  • Heb je een vraag of gaat het te snel --> laat het weten!
  • Veel vragen en quizjes tussendoor
  • Bij het bespreken snel weer stil!
  • Laptop mag dan weer dicht

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Als je klaar bent met deze les:
  • weet je hoe je welzijn van een land meet;
  • begrijp je dat welzijn meer zegt over de levensomstandigheden in een land dan welvaart;
  • begrijp je het verschil tussen de informele sector en de formele sector. 

Slide 3 - Slide

Herhaling:
Hoe meet je de welvaart van een land?

Slide 4 - Open question

  • Welvaart
  • Welzijn
de rijkdom van een land op basis van gemiddelde inkomen (bbp/inwoner)
'de rijkdom van een land op basis van levensomstandigheden'

Slide 5 - Slide

Welvaart en welzijn zegt dus iets over hoe ontwikkeld een land is.
Vaak hebben rijke landen ook een hoog welzijn.
Welzijn zegt dus iets over hoe ontwikkeld een land is.
Algemene regel: Vaak hebben rijke landen ook een hoog welzijn.

Slide 6 - Slide

Hoe meet je het welzijn van een land?
Welzijnsindex: Human Development Index (HDI)
'Een cijfer dat aangeeft hoe de levensomstandigheden in een land zijn.'

Hiervoor kijken ze o.a. naar deze 3 onderdelen: 
1. Levensverwachting
2. Alfabetiseringsgraad                  
3. Koopkracht

Slide 7 - Slide

1. Levensverwachting 
Hoe oud mensen gemiddeld worden. 

Levensverwachting in Nederland:
  • voor mannen: 80,4 
  • voor vrouwen: 83,4

Slide 8 - Slide

2. Alfabetiseringsgraad
Het percentage mensen (ouder dan 15 jaar) wat kan lezen en schrijven

Slide 9 - Slide

Levensverwachting
Alfabetiseringsgraad

Slide 10 - Slide

3. koopkracht
'Hoeveel je in een land kan kopen voor 1 dollar of 1 euro'

Slide 11 - Slide

In welk land is de koopkracht het grootst?
A
Nederland
B
China
C
India
D
Zwitserland

Slide 12 - Quiz

Hoe hoger de koopkracht,
hoe ...?... het welzijn
A
hoger
B
lager

Slide 13 - Quiz

'Als de kindersterfte daalt, neemt ..?.. juist toe.'
A
Alfabetiseringsgraad
B
Geboortecijfer
C
Koopkracht
D
Levensverwachting

Slide 14 - Quiz

Welvaart en welzijn zegt dus iets over hoe ontwikkeld een land is.
Vaak hebben rijke landen ook een hoog welzijn.
Welzijn zegt dus iets over hoe ontwikkeld een land is.
Algemene regel: Vaak hebben rijke landen ook een hoog welzijn.

Slide 15 - Slide

Bekijk bron 12, benoem 3 landen met een zeer hoge (0,8-1) score.

Slide 16 - Open question

Bekijk bron 12, welk land heeft een levensverwachting die lager is de 80 jaar
A
Japan
B
Verenigde staten
C
China
D
Noorwegen

Slide 17 - Quiz

Bekijk bron 12, wat is het grootste land met een gemiddelde (0,55-0,7) score?

Slide 18 - Open question

Formele sector

Informele sector
'officiële deel van de economie'

  • Bekend bij instanties 
  • meegerekend bij bbp

'niet officiële deel van de economie'
  • Onbekend bij instanties 
  • Niet meegerekend bij bbp

Slide 19 - Slide

Wat hoort niet bij de formele sector?
A
maandsalaris
B
pensioen opbouwen
C
alles zelf mogen houden
D
betaald krijgen als je ziek bent

Slide 20 - Quiz

Een beroep uit de informele
sector is...
A
Straatverkoper
B
Leraar
C
Schilder
D
Metselaar

Slide 21 - Quiz

Een beroep uit de formele sector
is...
A
statiegeldverzamelaar
B
Winkelverkoper
C
Schoenenpoetser
D
Riksja taxichauffeur

Slide 22 - Quiz

De formele sector is het grootst in
A
megasteden in rijke landen
B
megasteden in arme landen
C
dorpen in rijke landen
D
dorpen in arme landen

Slide 23 - Quiz

Zelfstandig werken
Wat:
Opdrachten 2, 3 en 4 (blz. 180)
Hoe:
Zelfstandig. (fluisteren)
Hulp:
blz. 178- 179. Vragen? steek je vinger op!
Tijd:
Tot het einde van deze les.
Klaar:
opdrachten 1 en 6
ZELFSTANDIG WERKEN

Slide 24 - Slide

Je kijkt naar de levensverwachting, alfabetiseringsgraad en de koopkracht. Je meet ...
A
welvaart
B
welzijn

Slide 25 - Quiz

Hoe hoger het welzijn, hoe ..?.. de levensverwachting
A
hoger
B
lager

Slide 26 - Quiz

Wat hoort niet bij welzijn?
A
toegang tot schoon drinkwater
B
kunnen lezen en schrijven
C
koopkracht
D
bbp/inwoner

Slide 27 - Quiz