Unit 4 - 3K

Unit 4
3 Kader. 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Unit 4
3 Kader. 

Slide 1 - Slide

Comparisons
big
bigger
the biggest
COMPARISONS

Slide 2 - Slide

Comparisons
Om de vergrotende trap te maken zet je -er achter het woord

cheap - cheaper

Slide 3 - Slide

Comparisons
Om de overtreffende trap te maken zet je -est achter het woord

cheap - cheaper - cheapest

Slide 4 - Slide

Een lettergreep: er/est
quick - quicker - quickest
small - smaller - smallest
fit - fitter - fittest 

Slide 5 - Slide

twee lettergrepen
Twee lettergrepen op -le , -er , -ow , -y

simple - simpler-simplest
clever- cleverer -cleverest
shallow-shallower-shallowest

Slide 6 - Slide

Niet op -le, -er, -ow, -y
Eindigt het woord niet op bovenstaande letters?
Dan gebruik je bij de 2e vergr trap more
Dan gebruik je bij de 3e overtr trap most
famous - more famous - most famous
careful - more careful - most careful

Slide 7 - Slide

Drie of meer lettergrepen
popular - more popular - most popular
terrible - more terrible - most terrible

Slide 8 - Slide

Uitzonderingen
little - less - least
good - better- best
bad - worse - worst
much/many - more - most

Slide 9 - Slide

Toekomst: will + hele ww
Je gebruikt de toekomende tijd will + hele ww als iets in de toekomst gaat gebeuren

Verwijzingen naar de toekomst. Beloftes of voorspellingen waarvoor geen bewijs is

Slide 10 - Slide

Toekomst: will + hele ww
I will help you in a minute
We´ll do it!
It will be dark soon

Slide 11 - Slide

Toekomst: will + hele ww
In vraagzinnen waarin je iets aanbiedt of een voorstel doet:

Gebruik je altijd shall bij I en we

Shall we go in?

Slide 12 - Slide

Toekomst: will + hele ww
Als iets niet zal gebeuren, dan gebruik je won´t

Samentrekking van: will + not 

Slide 13 - Slide


TO BE GOING TO

Slide 14 - Slide

To be going to

Slide 15 - Slide

To be going to (?)

Slide 16 - Slide

To be going to (-)

Slide 17 - Slide

to be going to

Slide 18 - Slide

Volgorde: place and time
In een Engelse zin zet je de plaats vóór de tijd

Bijvoorbeeld:
I played                                                   at Westgate             yesterday
We won two games                          in London                 last year
He told me all about the game      on the bus                this morning

TIP: Wie doet wat waar wanneer? (Dat is de juiste woordvolgorde)

Slide 19 - Slide

Onregelmatige ww
Onregelmatige ww hebben een eigen vorm voor de past simple en present perfect 

Slide 20 - Slide