2.2 Beschikbaarheid van water

Wat gaan we deze les doen?
-Korte uitleg over piekafvoer en waterbalans. 
-Werken aan huiswerkopdrachten.
-Afsluiten met vragen. 


1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen?
-Korte uitleg over piekafvoer en waterbalans. 
-Werken aan huiswerkopdrachten.
-Afsluiten met vragen. 


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Verschil in waterbalans tussen Nederland en Spanje
In Nederland valt gemiddeld 850 mm neerslag per jaar. Gemiddeld verdampt er 650 mm per jaar. Is er in Nederland een sprake van een positieve waterbalans?

In Zuid-Spanje valt gemiddeld 500 mm neerslag per jaar. Gemiddeld verdampt er 1200 mm per jaar. Is er in Spanje sprake van een positieve waterbalans. 

Slide 6 - Slide

In Nederland valt gemiddeld 850 mm neerslag per jaar. Gemiddeld verdampt er 650 mm per jaar. Is er in Nederland een sprake van een positieve waterbalans? JA

In Zuid-Spanje valt gemiddeld 500 mm neerslag per jaar. Gemiddeld verdampt er 1200 mm per jaar. Is er in Spanje sprake van een positieve waterbalans. NEE

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

In Spanje is er sprake van hoge neerslagintensiteit en een grote neerslagvariabiliteit
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Welk begrip past er bij de volgende omschrijving:
De hoeveelheid neerslag per tijdseenheid, bijvoorbeeld per uur of per dag.
A
neerslag
B
neerslagintensiteit
C
neerslagverdeling
D
nuttige neerslag

Slide 11 - Quiz

Wat is neerslagintensiteit?
A
De schade van neerslag die valt
B
Hoeveelheid neerslag die per uur of dag valt
C
De piekafvoer van de neerslag
D
Ongelijke neerslag verdeling

Slide 12 - Quiz

In Nederland is de piekafvoer hoger dan in Spanje.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Als de piekafvoer hoog is er kans op overstromingen.
A
goed
B
fout
C
alleen in het voorjaar
D
alleen in het najaar

Slide 14 - Quiz

Wanneer is de waterbalans negatief?
A
Als er veel hoosbuien zijn
B
Als er in een jaar meer water verdampt dan er bij komt
C
Als er veel water verbruikt wordt
D
Als er in een jaar minder water verdampt dan er bij komt

Slide 15 - Quiz

Waar is de nuttige neerslag het grootst?
A
Warme gebieden
B
Koude gebieden
C
Droge gebieden
D
Natte gebieden

Slide 16 - Quiz

Wat is nuttige neerslag?
A
Neerslag dat meer water oplevert
B
Neerslag dat overblijft na verdamping
C
Neerslag dat gebruikt wordt voor drinkwater
D
Neerslag dat verdampt is

Slide 17 - Quiz

Waterbalans =
A
Hoeveel geld water kost in een gebied.
B
Hoeveel water weegt in een gebied
C
Hoeveel water een gebied inkomt en uitgaat
D
Al het water dat zich in de grond bevindt

Slide 18 - Quiz

Bij de waterbalans kijk je naar....
A
hoeveel water een land binnenkomt
B
hoeveel water een land uit gaat
C
hoeveel water een land binnenkomt en uitgaat

Slide 19 - Quiz

Wat is irrigatie?
A
Zorgen dat het water goed weg loopt van het akker.
B
Water brengen op grond die te droog is voor landbouw.
C
Stuk aangeslibd land buiten de dijk.
D
Nieuw land maken door water weg te pompen.

Slide 20 - Quiz

wat is een nadeel van irrigatie?
A
kost veel geld
B
water verdampt gedeeltelijk

Slide 21 - Quiz

Aan de slag
Ga aan de slag met opdracht: 1 t/m 5 

Slide 22 - Slide

Begrippen
Drainage:                     De kunstmatige afvoer van water uit de bodem.
Extensieve veeteelt:    Veeteelt met weinig dieren op veel grond.
Intensieve landbouw:  Landbouw waarbij veel kapitaal (geld) en kennis wordt gebruikt om een hoge opbrengst per hectare of per dier 
                                    te halen.
Intensieve veeteelt:    Veeteelt met veel dieren op weinig grond.
Neerslagintensiteit:    De hoeveelheid neerslag per tijdseenheid, bijvoorbeeld per uur of per dag.
Neerslag verdeling:    De verdeling van neerslag in een gebied.
Nuttige neerslag:        Het verschil tussen de hoeveelheid neerslag en de verdamping in een gebied.
Piekafvoer:                 Tijdelijke, extra grote waterafvoer in beken, rivieren en/of riolen.
Verdroging:                Het droger worden van de bodem door het dalen van de grondwaterspiegel.
Verzilting:                  De toename van het zoutgehalte in de bodem.
Waterbalans:              De nuttige neerslag in een jaar, berekend over een langjarig gemiddelde, voor een bepaald gebied (vergelijkbaar 
                                   met het klimaat).
Zeespiegelstijging:    Het stijgen van de gemiddelde zeespiegel door het uitzetten van het oceaan- en zeewater en het versnelde   
                                   afsmelten van land- en gletsjerijs.

Slide 23 - Slide

Succescriteria I
  • Je kunt voor Spanje en Nederland de neerslagverdeling in de tijd en in een gebied op hoofdlijnen beschrijven en deze neerslagverdeling koppelen aan de voorkomende klimaten.
  • Je kunt uitleggen wat dit betekent voor de beschikbaarheid van water in de verschillende klimaatgebieden in Spanje en Nederland.
  • Je kunt in hoofdlijnen de neerslagintensiteit in Spanje en Nederland beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat dit betekent voor de beschikbaarheid van water en voor de kans op overstromingen, bodemerosie en massabewegingen.
  • Je kunt uitleggen waarom je behalve de neerslagverdeling in ruimte en tijd en de neerslagintensiteit, ook moet weten wat de verdamping is om te kunnen weten hoeveel water er beschikbaar is.
  • Je kunt uitleggen hoe de waterbalans van gebieden in Spanje en Nederland eruitzien, hierbij gebruik je het begrip nuttige neerslag (positief en/of negatief).
  • Je kunt beschrijven welke soorten landbouw gebieden er zijn in Spanje en de ligging daarvan koppelen aan de klimaatgebieden.  

Slide 24 - Slide

Succescriteria II
  • Je kunt verklaren waarom in grote gebieden irrigatie van landbouwgronden nodig is.
  • Je kunt een nadeel geven van irrigatie door sproeien en het aanvoeren van water via kanaaltjes en sloten, en uitleggen waarom druppelirrigatie of een goede drainage hiervoor een oplossing is.
  • Je kunt uitleggen hoe Spanje grote watervoorraden probeert aan te leggen en waarom het land dit doet.
  • Je kunt een nadeel geven van het oppompen van te veel grondwater.

Slide 25 - Slide