2V 14/12/21 B.N

Bonjour à tous!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Bonjour à tous!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les

- weet ik welke bijvoeglijk naamwoorden voor het zelfstandig naamwoord komen.
- ken ik de verschillende regels van het bijvoeglijk naamwoord.

Slide 3 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?

- Grammaire II

Slide 4 - Slide

De uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord:
les formes de l'adjectif 
Een bijvoeglijk naamwoord krijgt:
Niets als het zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud is 
Een ‘e’ als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is
Een ‘s’ als het zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud is 
Een ‘es’als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk meervoud is

Slide 5 - Slide

De uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord:

Een bijvoeglijk naamwoord krijgt:
Niets als het woord mannelijk enkelvoud is. 
Een ‘e’ als het woord vrouwelijk enkelvoud is
Een ‘s’ als het woord mannelijk meervoud is 
Een ‘es’als het woord vrouwelijk meervoud is

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Vertaal!
De grote broer
De grote broers

Het Franse meisje.         
De Franse meisjes.         


Slide 8 - Slide

Nous avons une voiture ...................... (rouge)
 Ma copine porte des chaussures(v) ........................ (noir)
 J'adore les haricots(m) ............... (vert)
 La langue .............................. (français) est très important.
 Mon appartement a des murs(m) ...................... (gris)
Je regarde un film.......................(intéressant)

Slide 9 - Slide

! Attention !
une jolie fille     un grand acteur      une petite chambre     une bonne note
un beau chien     un nouveau chien     un vieux livre 

-> Deze bijvoeglijke naamwoorden staan VOOR het zelfstandig naamwoord ( zie blz. 102)

! bon, beau, nouveau & vieux hebben een eigen vrouwelijke vorm:

-bon -> bonne
-beau -> belle
-nouveau -> nouvelle
-vieux -> vieille 


Slide 10 - Slide

Vóór of achter het zelfstandig naamwoord?
Il est un ......................... garçon .........................(français)
C'est une .................... idée .....................(mauvais)
J'ai mange une ................. pomme.......................(vert)
Marie a deux ....................... frères.......................(petit)
Elles sont des  ...................filles.......................(beau)

Slide 11 - Slide

! Attention !
Bijzondere mannelijke vormen
Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een :
-eau--> dan komt er een -x achter bij mannelijk meervoud

bv.  beau livre - beaux livres

Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een:
-al --> dan eindigt het mannelijk meervoud op - aux

bv. le musée national--> les musées nationaux




Slide 12 - Slide

! Attention !
Bijzondere vrouwelijke vormen
Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een :
-x --> dan eindigt de vrouwelijke vorm op -se

bv. heureux wordt heureuse 

Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een:
-f --> dan eindigt de vrouwelijke vorm op -ve

bv.  sportif  wordt sportive



Slide 13 - Slide

Grammaire II
• Tijd: Vous avez 4 minutes
• Hoe: Zelfstandig werken.
• Hulp: Als er vragen zijn steek je je hand op. Gebruik                              apprendre 5 als hulpmiddel.
• Uitkomst: Klassikaal bespreken
• Eerder klaar?  Ga door met exercice 16 C
• Wat: Faire l'exercice  16 B à la page 97

Slide 14 - Slide

Grammaire II
• Tijd: Vous avez 4 minutes
• Hoe: Zelfstandig werken.
• Hulp: Als er vragen zijn steek je je hand op. Gebruik                              apprendre 5 als hulpmiddel.
• Uitkomst: Klassikaal bespreken
• Eerder klaar?  Ga door met exercice 16 D
• Wat: Faire l'exercice  16 C à la page 103

Slide 15 - Slide

Grammaire II
• Tijd: Vous avez 4 minutes
• Hoe: Zelfstandig werken.
• Hulp: Als er vragen zijn steek je je hand op. Gebruik                              apprendre 5 als hulpmiddel.
• Uitkomst: Klassikaal bespreken
• Eerder klaar?  Ga door met exercice 16 E
• Wat: Faire l'exercice  16 D à la page 97

Slide 16 - Slide

Vooruitblik
Wat gaan we in de volgende les doen?
- Révision Grammaire I


Slide 17 - Slide

Les devoirs
Leren: apprendre 1 t/m 4
Afmaken: 

Slide 18 - Slide